De Wachters zijn blind. Waarin investeren als Christen?

De wachters zijn blind, zij allen hebben geen kennis, zij zijn allen stomme honden, die niet kunnen blaffen; dromend liggen zij neer, zij hebben de sluimering lief. En deze honden zijn vraatzuchtig, zij kennen geen verzadiging; zij zijn herders, die niet weten acht te geven, zij wenden zich allen naar hun eigen weg, ieder naar zijn gewin, niemand uitgezonderd.”
Jesaja 56:10-11.

Wat heb je aan een waakhond die geen alarm slaat als er indringers bij je woning komen? Wat heb je er aan als ze alleen maar gulzig eten en slapen?

» Download dit artikel (PDF)

Wat heb je aan beveiligers, wachters, die blind zijn en het onheil niet kunnen zien? Wat heb je aan herders, leiders, die op hun eigen voordeel uit zijn en alleen maar in zichzelf geïnteresseerd?

Investeren als Christen - Blinde Wachters
Investeren als Christen? Foto ©2023 R. Brinkman

Dividend op investering

Wanneer je investeert verwacht je dividend, opbrengst, in de vorm van rente of – wanneer je aandelen hebt – een dividenduitkering.

Je verwacht het misschien niet van mij, maar zelf heb ik ook een (bescheiden) aandelenrekening. Ik leg geld in, in de vorm van het kopen van aandelen van bedrijven, en voor die inleg verwacht ik dan wat terug in de vorm van een paar procent dividend. Sommige christenen zullen daar “iets van vinden”.

De Bijbel leert ons mijns inziens echter dat we verstandig met onze middelen moeten omgaan en in mijn geval betekent dit dat ik een beleggingsrekening heb. Omdat ik denk dat dat verstandig is. Daar is in mijn ogen niets mis mee. En voor wie daar een mening over heeft: bedenk eens hoe je eigen pensioen wordt opgebouwd? Ook op basis van beleggingen!

Een spaarreking of een bescheiden belegginsrekening – bijvoorbeeld voor later, pensioen of als (extra) reservering – is, in mijn ogen, wijs omgaan met geld. Zolang je je maar blijft beseffen en voorbereid bent op wat ook kan gebeuren: op een dag kan het ook helemaal niets meer waard zijn.

Kern bij investeringen is niet de droom van ‘snel rijk’ worden of ‘grote winsten’ maar wanneer je gaat investeren is een opbrengst verwachten als vrucht op die investering een logische verwachting.

Waarin investeren als Christen?

Als gelovigen investeren we niet alleen in aardse zaken, sterker nog: de Bijbel leert dat we bij voorkeur onze tijd, en eventueel geld, moeten investeren in het Koninkrijk van God.

Een zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien. En bij het zaaien viel een deel langs de weg en het werd vertrapt en de vogelen des hemels aten het op. En een ander deel viel op de rotsbodem, en toen het opkwam, verdorde het, omdat het geen vochtigheid had. En een ander deel viel midden tussen de dorens, en de dorens kwamen tegelijk op en verstikten het. Een ander deel viel in goede aarde, en toen dat opgekomen was, bracht het honderdvoudige vrucht voort. Dit zeggende, riep Hij: Wie oren heeft om te horen, die hore.” – Lukas 8:5-8, NBG.

We kennen allemaal deze gelijkenis wel denk ik. En we weten ook de verklaring: Het zaad is het Woord van God dat gezaaid wordt.

Dat Woord wordt overal gezaaid, maar het draagt niet overal vrucht. Waar het echter wel vrucht draagt, brengt het enórm vrucht op zelfs “honderdvoudige vrucht”.

Iedereen die wel eens tuiniert weet dit. Als je een paar zaden in de grond stopt kunnen daar enorm veel bloemen uit komen. Of gewas dat heel veel vrucht opbrengt.

En elk gewas bevat ook weer zaad. Zo wordt één zaadje een vrucht en die vrucht weer drager van nieuwe zaden, nieuwe zaden brengen ook weer vrucht en zij weer zaad voort enzovoorts.

Discipelen maken

Als christenen zaaien we het zaad van het geloof en als er mensen tot geloof komen dan is dat prachtig. Maar het houdt daar niet op. Een zaadje dat ontkiemt en gaat groeien heeft daarna verzorging nodig.

Je kunt je moestuin of akker niet laten voor wat het is als er gezaaid is. Er moet onkruid worden gewied, er moet ongedierte worden bestreden of verwijderd. Er moet water en mest worden gegeven. Zodat de planten opgroeien opdat zij zelf geschikt zijn om weer vrucht te dragen.

Dat is het hele principe van discipelschap. De cirkel van zaad – groei – zorg voor de planten – vrucht dragen – zaad – enz. Een vicieuze cirkel die zorgt dat er elk jaar weer opbrengst is.

In Handelingen 19:1 lezen we over ‘ongeveer 12 mannen’ die ‘discipelen’ werden genoemd. Zij waren gedoopt door Johannes en leerlingen van Johannes geweest. Het woord discipel is de vertaling van ‘leerling’.

In Matteüs 9:14 en 11:2 lezen we ook over ondermeer dergelijke discipelen van Johannes. Ook lezen we over de discipelen van de Farizeeën (Markus 2:18). De Here Jezus maakte -en dat weten we uiteraard- discipelen, we lezen “dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes – ofschoon Jezus niet zelf doopte, maar zijn discipelen” (Joh. 4:1-2)

Het is de ‘grote opdracht’ die de Here Jezus dan ook gaf: “Ga heen, onderwijs alle volken en doop hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest en leer hen alles te onderhouden wat Ik jullie geboden heb.” (Matt. 28:19-20, EBV).

Kerken en gemeenten zijn vaak gericht op de groei in aantallen. De ‘kerkbanken moeten vol’. Maar dat is niet het einddoel van de opdracht die we hebben gekregen van de Here Jezus, dat doel is namelijk “om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus” (Efe. 4:12).

Mensen tot geloof brengen is maar het begin. Lees Matt. 28:19-20 nog maar eens: “leer hen alles te onderhouden wat Ik jullie geboden heb”.

Eusebius citeerde dit vers als volgt: “Gaat dan henen, dicipelt alle volken in mijn naam en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.

Toen de massa’s in Handelingen tot geloof kwamen hield het daar niet op.

En het gebeurde, dat zij een heel jaar in de gemeente samenvergaderden en een grote schare leerden en dat de discipelen te Antiochië het eerst christenen genoemd werden”. (Hand. 11:26)

Een christen is een discipel. Een discipel van zijn of haar leermeester, die weer een discipel was van zijn of haar voorgaande leermeester enzovoorts. De lijn van het christendom, het geloof in Jezus, is van generatie op generatie op generatie terug te voeren op hun voorgaande generaties.

Reproductie van geloof

Discipelen maken is dus de Grote Opdracht die we hebben gekregen als gelovigen. Het is de meest effectieve manier om het geloof te blijven verspreiden. Het is een opdracht aan élke gelovige om anderen tot discipel van Jezus te maken en dat stopt dus niet zodra iemand tot geloof komt en elke zondag in de kerk zit.

advocado boom (Public Domain Photo by form PxHere)

( Advocado – afb. Public Domain)

Discipelen maken is een levenshouding die élke gelovige als doel zou moeten stellen. Omdat het zaad dat gezaaid wordt vrucht moet dragen.

Als je God wilt dienen, dan is je focus, je tijd, het best besteed (Hand. 5:14; 42; 6:1-2) aan onderwijs en het maken van discipelen.

Hoe gebruikte de Here Jezus zijn tijd?

1. Hij werd gedoopt;
2. Vasten en beproeving in de woestijn;
3. Roeping en training van de discipelen

Veruit het allergrootste deel van de tijd die de Here Jezus op aarde was heeft hij besteed aan onderwijs van de discipelen.

Zij kregen dit onderwijs niet om dat allemaal maar in zich op te nemen, op te zuigen als een spons, en ‘persoonlijk te groeien’ om vervolgens na een fijn leven met de Here uiteindelijk te sterven en naar de Here te gaan. Nee, zij kregen dit onderwijs om anderen te vertellen van de Here én te onderwijzen, die ook weer andere gelovigen dit geloof brachten en onderwezen, etc. Een volgezogen spons heeft immers een gebruiksdoel: schoonmaken! Oftewel het vuil van de zonde in deze wereld verwijderen! Als je die maar in de emmer laat liggen, gebeurt er verder niets!

Mark. 3:14, Hand. 2:41-42 zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden”.

Blijven bij het onderwijs van de Apostelen, die dit onderwijs van de Here hadden ontvangen.

En wat u van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen.” (2 Tim. 2:2).

Aan wie geven we het geloof door? Wie gaan we onderwijzen? Kennis opdoen is, nogmaals, niet voor ons zelf maar om door te geven aan anderen.

Paulus noemt de mensen die door hem tot geloof komen zelfs ‘mijn kinderen’ (Gal. 4:19). Groeien in geloof is niet iets wat we voor ons zelf doen, maar we groeien om vrucht te dragen om vervolgens die vruchten tot voeding van anderen te laten zijn en ons zaad weer verder te verspreiden zodat er méér vrucht komt!

Hoeveel vrucht moeten we dragen? Hoeveel zaad? Weet u dat een advocado maar één zaad heeft? Maar de advocado boom die daar uit komt draagt elk jaar 100 tot wel 500 vruchten. Elk jaar weer!

Hoeveel vrucht heeft Paulus gedragen, of Petrus? “Maar ik ben geen Paulus!” zul je denken of zeggen, “Dat kan ik nóóit!”. Maar misschien ben je wel een Ananias. Die Paulus de weg van de Here onderwees. Die het zaad, de ‘advocado’, heeft geplant bij Paulus.. en Paulus droeg enorm vrucht. Hij zorgde er ook voor dat hij weer disicpelen maakte die op hun beurt weer vrucht gingen dragen zoals Titus en Timotheus en vele, vele anderen.

Om dat te kunnen doen moet je opstelling wel die van Ananias zijn “ik luister Heer” (Hand. 9:10) en niet alleen luisteren maar ook, zoal Ananias deed, gáán. Al snel gaat Paulus vrucht dragen en heeft zelfs al kort daarop discipelen (leerlingen), Hand. 9:25.

Dat is de kern: een gelovige gaat vrucht dragen. Dááraan herkennen we een christen, een discipel van Jezus.

Zij zijn allen stomme honden

Al zou de vijgeboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, de vrucht van de olijfboom teleurstellen; al zouden de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn, nochtans zal ik juichen in de HERE, jubelen in de God van mijn heil. De HERE Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten.” – Habakuk 3:17-19, NBG.

Geld en goed is wel het laatste wat een ‘goede investering in het Koninkrijk’ is, zoals bijvoorbeeld de predikers van het welvaartsevangelie ons willen laten geloven. Als je iets goed wilt doen met je geld, geef het dan aan de armen. Of aan de zending. Niet aan een leider die er een BMW voor zijn vrienden van koopt of een vliegtuig of boot voor zichzelf..

Habakuk laat duidelijk zien wat de waarde van geld en goed is in het Koninkrijk van God. Helemaal niets. Wat telt is dat we onze God kennen, de God van ons heil, dat Hij onze kracht is.

De enige, de allerbeste, investering die we kunnen, en zelfs moeten doen want het is een opdracht van de Here Jezus persoonlijk, in het Koninkrijk van God is: discipelen maken.

Andere mensen niet alleen ‘tot bekering brengen’ maar bovenal hen begeleiden, koesteren en voeden, ‘discipelen maken’ die ook weer vrucht gaan dragen. Dát is waardoor het Koninkrijk van God groeit, vorm krijgt en groter wordt.

Geld investeren?
De ‘welvaartspredikers’ spreken over andere ‘investeringen’. Geld investeren. Investeringen die we, uiteraard, vooral in hún organisaties moeten doen. Daardoor zou volgens hen “het Koninkrijk van God” groeien.

Jesaja sprak er harde woorden over: honden die niet eens kunnen blaffen (“stomme honden”) als er gevaar dreigt [..] zij “wenden zich allen naar hun eigen weg, ieder naar zijn gewin, niemand uitgezonderd”. (Jesaja 56:10-11)

Met andere woorden: men is uit opzijn eigen eigen voordeel. Om er rijk van te leven, lekker te luieren (“zij hebben de sluimering lief. En deze honden zijn vraatzuchtig, zij kennen geen verzadiging”). Het meer is bij hen nooit vol.

Altijd willen ze meer hebben, ze zijn ‘vraatzuchtig’. Maar bovenal: zij zijn herders, die niet weten acht te geven”. Het zijn ‘wolven in schaapskleren’ (Matt. 7:15), huurlingen die niets geven om de kudde (Joh. 10:12).

Paulus waarschuwde in Handelingen 20:30: “dat uit uw eigen midden mannen zullen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan.”.

De welvaartsevangelisten zijn als een kanker, het tast het Lichaam van Christus aan en maakt het ziek. Doodziek. Het bouwt het Koninkrijk niet op. Het maakt geen disicipelen die zich aan de gezonde leer houden en zelf weer disicipelen maken.

Het zorgt alleen maar dat er volle zalen met consumenten zijn die ‘wonderen en tekenen’ willen zien en zogenaamde ‘zegen ervaren’. Maar ze zijn zelf niet tot zegen. Aan de vruchten herkennen we de boom! Welke zegen ontvang jij dan, als je er zelf niet van kunt uitdelen, zelf geen discipelen maakt?

“Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.” (Tim. 6:10).

De Wachters zijn blind en stom

Geld en goed zijn voor ons persoonlijk ‘overleven’ in deze wereld een noodzakelijk kwaad. We hebben het nodig om ons eten te kopen, om onze hypotheek of huur van te betalen, om de kinderen naar school te kunnen laten gaan.

Geld investeren in leiders die voorspoed claimen als vrucht op je geloof is zinloos. Zij hebben totaal, maar dan ook totáál, geen idéé waar het Evangelie over gaat, wat het Koninkrijk van God betekent. Zij zijn op eigen gewin uit.

Wie hier geen weerstand tegen biedt, ook andere voorgangers en predikanten die dit ‘welvaartsevangelie’ niet weerspreken, zijn blinde wachters en stomme honden. Ze zien niets, horen niets en slaan geen alarm.

Waaróm slaan andere predikanten en voorgangers geen alarm? Waaróm laten ze toch deze dwalingen toe in hun gemeenten? Waaróm hebben ze de sluimering toch zo lief en slapen ze liever, zijn ‘volgevreten’ en nooit verzadigd? Waarom waarschuwen ze hun eigen kudde niet voor het naderende onheil? Ze kunnen er toch op zijn minst afstand van nemen? Het tegendeel gebeurt. Ze nodigen deze dwaalleraren zelfs uit in hun eigen kerken en legitmeren de dwaling daarmee.

Waarom verdédigen zij dwalingen met een beroep op “verdraagzaamheid”? Zijn het soms huurlingen die niet om de kudde geven? Uit op eigen gewin? Waarom verzaken ze hun plicht toch zo? Ze zijn daarmee medeplichtig aan het verspreiden van valse leringen en dwalingen.

Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid” – 2 Timotheüs 3:16, vgl. Titus 1:9-13.

Investeren in het Koninkrijk

Als we willen investeren in het Koninkrijk van God moeten we investeren in discipelen, in reproductie, in vrucht dragen.

Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen. Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.” – Matt. 6:19-21.

» Zie ook: “Zij hebben Mozes en de Profeten”

Print Friendly, PDF & Email