De Ezelin die sprak – Het verhaal van Bileam (2)

Het verhaal van Bileam is een bijzonder verhaal. De Ezelin die sprak. Dat kán toch niet waar zijn? Een Ezelin die kan praten? Dat verhaal móet wel verzonnen zijn.

Wie zo’n verhaal gelooft, is niet serieus te nemen toch? Desondanks zijn er door de eeuwen heen miljarden mensen geweest die het verhaal van Bileam wel degelijk geloofden, ook vandaag nog.

Ezelin Bileam | De Ezelin die sprak

Er wordt, daar heb ik wel vaker over geschreven, door veel mensen (inclusief theologen en historici) veel tijd en moeite gestoken in het ontkennen van de Bijbelse geschiedenis en Godsopenbaring die we daar in- en door zien.

Er worden zelfs pogingen gedaan om middels ontkennen van het verhaal van Bileam, zoals u hier zult lezen, het Evangelie van Mattheus te ontkrachten.

De Ezelin die sprak

Eerder schreef ik er al een artikel over hoe de Ezelin die sprak tegen alle natuurwetten in gaat. Net als veel andere wonderen waarover we lezen in de Bijbel.

Het verhaal van de Ezelin die sprak, spreekt tot de verbeelding. Veel kunstenaars hebben het in het verleden uitgebeeld. Zoals bijvoorbeeld Gustav Jaeger, Rembrandt van Rijn en anderen.

Bileam en de Ezel

(Afb. Bileam en de Ezelin – Gustav Jaeger, 1836)

De Bijbelcommentaren en studiebijbels die ik zelf heb, en hierover hebt geraadpleegd, gaan allemaal zondermeer uit van het verhaal van Bileam zoals het is beschreven in Numeri en waar we in Numeri 22:27-31 lezen dat de Ezelin van Bileam sprak tot hem.

De Ezelin die sprak was niet het enige dier in de Bijbel welke tot een mens sprak; denk ook aan het spreken van de slang in het Paradijs. Ik verbaas mij er wel eens over dat er discussie ontstaat onder gelovigen over deze zaken.

Want hoe kan het dat we wél geloven dat God de Hemel en de Aarde heeft geschapen, dat Christus uit de doden is opgestaan, maar vervolgens denken dat een Ezelin of Slang niet door God kan worden gebruikt om te spreken tot een mens?

Het verhaal van Bileam

Ook de Bijbelse Encyclopedie (8e Druk, 1998) schrijft over Bileam een aantal interessante zaken en betwijfelt zijn bestaan en het verhaal over de sprekende Ezelin niet.

Bileam de zoon van Beor woonde in Petor aan de eufraat [..] stad wordt vermeld door Salmanasser III. Bileam woonde dus in Mesopotamië.”*)

Bileam was waarschijnlijk een bekende waarzegger en middels het uitspreken van een vloek, wat indertijd als een machtig wapen werd beschouwd, moest Bileam in opdracht van Balak het volk Israël tegenhouden.

In het spreken van de Ezelinin hebben wij te doen met een wonder van Jahwe, dat een werkelijk spreken is geweest en niet door Bileam in een visioen zou zijn beleefd” (Bijbelse Encyclopedie, pg. 147)

Wie het wonder van de sprekende Ezelin wil ontkrachten, feitelijk Gods spreken wil ontkennen, begint bij Bileam. Wanneer je ‘gerede twijfel’ kunt zaaien over de vraag of Bileam wel echt bestaan heeft, oftewel dat het verhaal niet authentiek is, kun je het hele verhaal immers afserveren als ‘een sprookje’. En erger nog, ook dat weer gebruiken voor aanvallen op het Evangelie.

Aanvallen op het Evangelie

Er worden de meest wonderlijke constructies gebouwd op dit gebied. De profetie die Bileam uitsprak, waarin hij de Here Jezus aankondigt in Numeri 24:17-19, wordt aangehaald door Mattheus.

Historicus Jona Lendering schrijft dan daarover het volgende:

Matteüs’ verhaal over de begroeting door de magiërs is een vlechtwerk van bijbelpassages en een van die passages is Numeri 24.17-19, de zegen die Bileam uitspreekt over het volk van Israël. De auteur van dit verhaal, die vermoedelijk leefde in de late zevende eeuw v.Chr., had waarschijnlijk koning Josia op het oog. (Mainzer Beobachter).

De bedoeling van de schrijver is hier om het Evangelie van Mattheus onderuit te halen. Dit middels de bewering (verder nergens onderbouwd!) dat het verhaal van Bileam niet gaat over de vervloeking in opdracht van Balak, maar een later verzonnen verhaal is ten gunste Koning Josia.

Deze schrijver verzint dit soort zaken niet zomaar. Hij volgt daarin de opvattingen van de ‘moderne’ theologen uit de vorige eeuw (die inmiddels al lang achterhaald zijn maar nog wel steeds de leidende opvatting onder theologen zijn). Ik haal zijn claim dan ook niet aan om hem persoonlijk aan te vallen maar ter illustratie.

Deir Alla Inscriptie

Want elders schrijft de auteur op zijn site over een niet onbelangrijke vondst, gedaan door de Leidse onderzoeker Henk Franken, de Deir Alla inscriptie.

Toen het onderzoek eenmaal liep, vond Franken wat hij niet zocht: een muur waarop met inkt een tekst was geschreven die een bijbels personage noemde, namelijk Bileam.”

De Deir Alla inscriptie is een uitzonderlijk belangrijke inscriptie in dit verband.

De graafmachines vonden een zeer groot heiligdom uit de bronstijd dat had geleden onder de wijdverbreide vernietiging in de dertiende/twaalfde eeuw. (v.C) [..] een geschilderde tekst die een profetie bevatte van Bileam, een niet-Israëlitische profeet die in het bijbelboek Numeri 22-24 wordt genoemd als een dienaar die voor de Moabitische koning Balak werkte.

De tekst verwijst naar goddelijke visioenen en tekenen van toekomstige vernietiging, in een taal die dicht bij die van de Bijbel staat. Zo lezen we over de “Shaddai-goden”, een uitdrukking die dicht aanleunt bij het Bijbelse El Shaddai, “God Almachtig”. Aan de andere kant is de setting niet monotheïstisch: we lezen bijvoorbeeld over een bijeenkomst van een groep goden. Het woord elohim, dat in de Bijbel (hoewel meervoud) verwijst naar één God, verwijst naar meer dan één god in de Deir ‘Alla-tekst. (Bron: Livius.org, vertaald middels Google Translate)

Het boek van Bileam

De tekst wordt gedateerd op ca. 800 v.Chr. in het artikel op Livius, net als in andere bronnen. Sommigen menen, gerelateerd aan de verwoestingen uit de 13e en 12e eeuw v.C. te moeten concluderen dat de inscriptie uit die periode stamt.

Dat zou kunnen maar ik denk dat dat niet erg houdbaar is, de consensus onder de wetenschappers hierover **) lijkt mij afdoende.

Archeologisch en epigrafisch bewijs wekt de indruk dat de inscriptie tegen het einde van de negende of eerste helft van de achtste eeuw v.C. is geschreven. Deze datering wordt ondersteund door het feit dat het heiligdom waarin de inscriptie werd gevonden werd verwoest door een grote aardbeving, die sommige geleerden in verband brengen met het heiligdom dat door de profeet Amos wordt genoemd (1:1), dat over het algemeen dateert uit het midden van de achtste eeuw.” (Biblical Archeology Society)

Het verhaal van Bileam

(Afb. Het boek van Bileam, By Disdero – Own work, CC BY-SA 4.0)

— The Oxford Handbook of Biblical Studies describes it as “the oldest example of a book in a West Semitic language written with an alphabet, and the oldest piece of Aramaic literature.” Though containing some features of Aramaic, such as the word bar “(son of [Beor])” rather than the Canaanite ben, it also has many elements of Canaanite languages, leading some to believe it was written in a dialect of Canaanite rather than an early form of Aramaic. The inscription has been dated to 880–770 BCE. (Wikipedia)

Dit is dus strijdig met de documentaire hypothese omdat die er vanuit gaat dat Numeri grotendeels door de priesters in ca. 450 v.Chr. zou zijn geschreven. Het zou wel heel toevallig zijn dat precies dít gedeelte ouder zou zijn.

Natuurlijk wordt zoiets beweerd, maar zo maken we van de Schrift een puzzelboekje die al naar gelang het ons uitkomt, of de historische bewijzen er toe dwingen, aangepast wordt. Zo kán je domweg niet met Gods Woord omgaan.

De inscriptie toont aan dat er overleveringen over Bileam waren die erg oud zijn. Het bewijst niet dat deze overleveringen de gebeurtenissen van honderden jaren daarvoor nauwkeurig beschrijven.

Het bewijs komt wél overeen met de Bijbel. Duidelijk is dat er inmiddels niet meer getwijfeld wordt aan het bestaan van Bileam, immers: we hebben zijn geschrift? En daarnaast is duidelijk dat Bileam een bekende ‘ziener’ of waarzegger was waar men kennelijk groot respect voor had in de toenmalige tijd. Immers… anders had men zijn teksten niet bewaard.

Nadat Bileam zijn eigen woorden zijn teruggevonden, door een theologisch geschoolde archeoloog die niet vooringenomen zocht naar bewijzen voor de Bijbel, is “het verhaal van de Ezelin die sprak” ook historisch gezien méér dan houdbaar geworden!

___

* de Samaritaanse Pentateuch zegt dat Balak Bileam liet halen “in het land van de Ammonieten”. Ammon grenst aan Moab, en dus zou het niet nodig zijn om hem twintig dagreizen ver te halen uit Petor.
** ik heb hier ook christelijke archeologische bronnen voor geraadpleegd

Print Friendly, PDF & Email