“Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige.” – 2 Kor. 6:17-18
Christenen, onder verwijzing naar ‘oordeelt niet’, geloven soms dat ze alles kunnen of moeten accepteren, liefde voor iedereen en alles moeten hebben, alles ‘met de mantel der liefde moeten bedekken’, enz. De Bijbel echter onderwijst dat wij de wereld niet lief moeten hebben en ons moeten afzonderen van de wereld.
Exodus – het volk Israël zonderde zich af
De ‘new evangelical movement’ (Nieuw-evangelicalisme) speelde in deze ontwikkeling een grote en ontwrichtende rol in. Net als dat de Protestantse kerken door de moderne, vrijzinnige, theologie zijn ontwricht. Het Nieuw-evangelicalisme, wat vooral in Amerika speelde voor wat betreft de Evangelische beweging, is ook bij ons ongemerkt doorgedrongen via boeken, tijdschriften, TV-programma’s maar ook moderne “worship music” (aanbiddingsliederen in de kerk).
Nieuw-evangelicalisme is een filosofie in de kerk die “tolerantie en liefde bevordert” en in algemene termen over afzondering spreekt, waarbij ervoor wordt gekozen valse leraren en valse leringen niet te benoemen of aan de kaak te stellen.
Veel gemeenten en gelovigen zijn erg werelds, wereldgericht, geworden daardoor. We kennen daarom in de Evangelische wereld tegenwoordig drie stromingen:
- Klassiek of ‘conservatief’ Evangelicalen;
- Evangelicalen (“new evangelicals”)
- Neo-Evangelicalen.
De laatste kun je eigenlijk niet evanelisch meer noemen. Ze hebben nog een ‘evangelische nestgeur’ maar ontkennen veel van de door Evangelische christenen onderschreven standpunten.
Toch moet ‘orthodoxie’ niet als standaard worden uitgeroepen “omdat het nu eenmaal altijd zo was” of omdat we niet bereid zijn onze eigen standpunten kritisch te toetsen aan het Woord van God. Dan worden we als de farizeeën.
Ons doel moet zijn om God te eren, niet wetten en regels opleggen en nastreven. Dan wordt je een starre, wettische, gelovige. En dat is helemaal niet wat de Bijbel ons opdraagt. Bepaalde uitgangspunten echter zijn “onwrikbaar”.
Wat is afzondering?
Afzondering = heiliging. Apart gezet zijn. Vanwege wie we zijn in Christus (Petr. 2:9) een koninklijk priesterschap! We zijn ‘uitgeroepen’ uit de duisternis, naar het licht. Wat hebben we dan nog gemeen met de duisternis? Wees Heilig, want Ik ben Heilig – 1 Petr. 1:16.
Heilig zijn = gelukkig zijn! Als je als christen je niet heiligt, in zonde leeft, ben je niet gelukkig. Dan kun je niet gelukkig zijn. Joh. 13:17. “Als u deze dingen weet, zalig (<3107>) bent u als u ze doet.”.
Makarios <3107> = gezegend, blij, gelukkig. Een verlengde vorm van de poëtische makar (wat hetzelfde betekent); uiterst gezegend; bij uitbreiding, gelukkig, welgesteld: – gezegend, gelukkig
We zijn gekocht en betaald met een prijs, Christus bloed, en worden daarom opgeroepen om God te eren met lichaam en geest. 1 Kor. 6:20. Dáárom roept de Apostel Paulus ons op om God eren met lichaam en ziel. Niet om ons dingen te verbieden, maar om gelukkig te zijn!
Hoe ver moet je gaan met die afzondering?
Moet je naar het klooster om heilig te worden? In een commune gaan wonen? Of net als de Amish in aparte gemeenschappen? 1 Kor. 5:9-10 geeft heldere aanwijzingen:
“Ik heb u geschreven in de brief dat u zich niet moet inlaten met ontuchtplegers. Echter, niet in het algemeen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan.”.
Oftewel: je niet inlaten als in met hun meegaan daarin, in hun gedrag. We hoeven deze maatschappij echt niet te verlaten, maar ons wel afzonderen van de zonde in deze maatschappij en hen die deze zonden najagen. “We zijn in deze wereld, maar niet van deze wereld”, we moeten de wereld (kosmos) en haar systeem niet liefhebben. 1 Joh. 2:15; Joh. 15:19.
“Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.” – Rom. 12:1-2.
Een levend offer betekent dat we in ons leven, door ons leven, als geheiligd mens, leven en dat is een offer aan God. Niet als ‘de wereld’ en gelijk aan hen leven maar leven vanuit Gods wil! God wil ons helemaal. Vriendschap ‘met de wereld’ is immers vijandschap met God? Jak. 4:5-5. Het is een vorm van overspel, afgoderij, wanneer we ‘vrienden’ met de wereld zijn. God is een jaloers God. Hij verdraagt het niet dat wij in zonde leven, in ‘overspel’ met de tegenstander van God, de satan.
Vergelijk het eens met een relatie. Je wilt je partner toch ook niet delen met iemand anders? Je wilt toch geen partner die slecht af en toe een relatie met je heeft? Zo wil God ons ook niet delen met ‘iemand anders’. Daarom vraagt Hij ons om ons te heiligen, in gemeenschap met Hem te zijn en niet met de wereld – die onder de macht van de satan is.
Verleidingen
“Ik zal mij geen verdorven praktijken voor ogen stellen. Ik haat wat de afvalligen doen, hun daden zullen zich niet aan mij hechten.” – Psalm 101:3
Wat we zien
Er zijn om ons heen veel verleidingen. Online. Op TV. In boeken en tijdschriften. Job zei bijvoorbeeld niet voor niets “Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen; hoe kan ik dan begerig naar een jonge vrouw kijken?” (Job 31:1).
Hoe makkelijk is het tegenwoordig om, bijvoorbeeld via internet, ‘begerig te kijken naar een jonge vrouw’? Maar het geldt net zo goed ook voor andere zaken waar we begerig naar kijken. Die leuke schoenen, dat jurkje, die tas, auto, woning.. er zijn zó veel dingen die begeerte kunnen opwekken of jaloezie.
Het zijn allemaal zaken die ons kunnen afleiden van God. Het een lijkt in onze ogen erger dan het ander, maar denk je eens in: is iemand die in de macht is van ‘online vrouwen kijken’ niet net zo ver van God af als iemand die in de macht is van het geld? In de ban van luxe en weelde, of alcohol en drugs? In alle gevallen leidt het ons weg van God en is dus zonde (1 Joh. 2:28).
Hoe we spreken
Niet alleen wat we zien, maar ook wat we spreken kan ons verwijderen van God. Efe. 4:29. Sterker, het kan ook anderen van Christus afdrijven. Grove taal, anderen neerhalen, vloeken, smerige moppen, enz.
“Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.” – Kol. 4:6; vgl. 1 Kor. 15:33. Psalm 1:1. Wandel niet in de weg van de zondaars. Wees geen vrienden met hen die een kwade geest hebben – Spreuken 22:24-25, enz.
Woorden, de taal die we spreken, identificeert ons. Slaan we wartaal uit, dan weet iedereen dat er iets mis is met onze geest, dat je misschien dementeert of geestesziek bent of onder invloed. Sla je vuile of grove taal uit? Beledigen, vloeken? Dan is er óók iets mis met je geest! Met mensen die zich zo gedagen moeten we dan ook geen omgang hebben.
Met wie we omgaan
“Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan.” (Spr. 13:20, vgl Spr. 14:7)
Je hoeft niet met hoorngeschal te vertrekken of zelfs je vertrek aan te kondigen. Je kunt in stilte je terugtrekken, de “ik ben zo heilig” attitude is niet bepaald de juiste manier om met mensen om te gaan en je terug te trekken uit bepaalde vriendschappen of groepen! We moeten geen ongelijk span met de ongelovigen vormen en daarom niet te innig met ze zijn of worden. 2 Kor. 6:14.
Bij een ongelijk span zou je daarom kunnen denken aan een relatie aangaan met een ongelovige, of zakenpartners zijn met ongelovigen, enz. In een huwelijk bijvoorbeeld gaat dat simpelweg niet werken. Hoe voed je je kinderen op? Met de Here? Naar welke school gaan ze, een openbare of een christelijke? Het wordt een ‘water bij de wijn’ relatie en de ervaring leert dat het de gelovige is die dat moet doen.
Een ongelijk span geldt ook voor ons geloof. Denk aan Salomo, die de afgoden van zijn vrouwen achterna ging lopen. De oecumenische beweging is daar een hedendaags voorbeeld van, “oecumenisch in dat er wordt gestreefd naar wereldwijde religieuze eenheid van de verschillende christelijke kerken.”.
Op kleinere schaal, regionaal, zie je dat ook. Bijvoorbeeld baptistenkerken die samen met gereformeerde kerken allerlei activiteiten en zelfs kerkdiensten houden. Het kan domweg niet, de verschillen zijn té groot! Dan móet er “water bij de wijn” – en wordt er bijvoorbeeld afgesproken “laten we maar niet praten over de doop”… waarmee je de Schrift terzijde legt terwille van een “eenheid” die daardoor geen eenheid is!
Efe. 5:11 zegt “neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze”. Dat kan heel ‘zwaar’ klinken maar het is wat het is: onvruchtbare samenwerkingen, onvruchtbare ‘werken’.
Er kán geen zegen op liggen. Amos 3:3 “Gaan er twee tezamen, zonder dat zij het eens geworden zijn?” (NBG). Als je geen duidelijke overeenstemming hebt met elkaar, kun je niet met elkaar optrekken, niet samen [ergens heen] gaan.
Nog erger wordt het als we verschillende godsdiensten willen verenigen. Joden, Christenen en Moslims die samen een dienst beleggen, samen ‘bidden’, ieder “tot hun eigen God”? Dat is absolute dwaasheid. 2 Joh. 1:9-10; 1 Thes 5:22.
Het excuus is soms “ik heb vrijheid in Christus..” – maar die vrijheid is er niet om als excuus te dienen om te zondigen (Gal. 5:13, 1 Kor. 6:12; 1 Kor. 8:9). Die ‘vrijheid’ die we ons menen toe te kunnen eigenen kan zelfs andere broeders en zusters ten val bregen. Denk eerst aan de ander, dan pas aan jezelf.
Vraag je zelf eens af als je geconfronteerd wordt met dingen waarvan je niet weet of het past binnen de wandel van de gelovige:
- Is het Bijbels?
- Kan Gods zegen hier op rusten?
- Is dit iets wat God verheft?
- Zullen anderen hier over vallen?
- Heb ik zelf wellicht twijfels?
“Wat niet uit geloof is, is zonde” – Rom. 14:23.