Avaris, de stad van de Hyksos

De stad Avaris was de hoofdstad van Egypte ten tijde van de regering van de Hyksos, gelegen waar tegenwoordig de moderne plaats Tell el-Dab’a is, in de noordoostelijke regio van de Nijldelta. Toen Jozef in Egypte aankwam waren de Hyksos in deze regio sterk vertegenwoordigd en volgens sommigen inmiddels zelfs de heersende klasse.

Jozef en de Hyksos

» Download dit artikel in PDF-formaat

De Hyksos waren Aziatische, voornamelijk Semitische, bevolkingsgroepen uit Klein-Azië die rond 1720 v.Chr. Egypte binnenvielen. Hiermee kwam een einde aan het Middenrijk (ca. 2134-1720 v.Chr.).

Zij heersten korte tijd over vrijwel geheel Egypte, maar verloren al snel de controle in het zuiden. Zij heersten meer dan 100 jaar over Neder-Egypte, voornamelijk vanuit Avaris in de Nijldelta. Aan hun overheersing kwam rond 1550 v.Chr. een einde door de zuidelijke farao Ahmose I. [..]

Waarschijnlijk waren de Hyksos aanvankelijk vreedzaam het rijk binnengesijpeld mede doordat de koninklijke macht afnam in de 18e eeuw v.Chr. en het daardoor gemakkelijker was om de delta binnen te dringen.

Zij kwamen als Aziaten uit het oosten met een nieuw soort boog en strijdwagens getrokken door paarden, onbekend voor de Egyptenaren. Rond 1730 v.Chr. moet er toch een invasie of in ieder geval een machtsgreep hebben plaatsgevonden waarbij ze een sterk rijk stichtten in de Nijldelta met als hoofdstad Avaris. (Wikipedia).

In de Engelse Wikipedia-pagina over Avaris lezen we ook dat de Hyksos in 1800 v.Chr in Avaris hun machtscentrum vestigden: “In the 18th century BC, the Hyksos conquered Lower Egypt and set up Avaris as their capital.”.

Verder lezen we daar nog het volgende (vertaald): “Terwijl de meeste delen van de stad werden verlaten en de meerderheid van de semitische bevolking uit de delta werd verdreven, suggereren artefacten in Kanaänitische stijl uit de Tuthmosidische of Nieuwe Rijksperiode dat een deel van de Semitische bevolking van de stad in hun woonplaats bleef na de herovering door de Egyptenaren.”

Jozef en de Hyksos

Jozef kwam in het land Egypte ergens rond 1800 v.C., uitgaande van Ex. 12:40, in de periode toen de Hyksos in Egypte woonden, invloedrijk werden en uiteindelijk de macht grepen. Dat de Hyksos een ‘semitisch’ volk was, zal zeker in het voordeel van de Joden zijn geweest.

Het moment dat Jozef in Egypte kwam kun je uitrekenen aan de hand van de uittocht uit Egypte, die plaatsvond onder Amenhotep II (zie mijn gratis ebook “Dat Geloof Ik Niet”). Ook diverse geleerden hangen deze gedachte aan. Hoewel er ook andere opvattingen zijn over de duur van de slavernij ga ik er om meerdere redenen van uit dat deze datering klopt.

Als deze periode echter kórter zou zijn geweest wordt het zelfs nog aannemelijker dat Jozef goede ingang vond bij de heersende (Hyksos) klasse en zelfs onderkoning kon worden. In principe ga ik echter uit van de Bijbelse gegevens en deze zijn zeker niet strijdig met de historische gegevens!

In de Bijbel lezen we dat Jozef’s familie zich vestigde in het land Gosen (Gen. 46:6). Dat is precies het gebied waar de invloedrijke Hyksos de heersende klasse werden danwel waren geworden en later zelfs van hieruit heel Egypte onder de voet liepen.

Avaris en het land Gosen in Egypte

Opgravingen bij de voormalige stad Avaris tonen, zoals ik eerder schreef, dat in en rond de stad een grote ‘semitische bewoning’ was. Het is niet moeilijk, aan de hand van de huidige archeologische bewijzen hieromtrent en de Bijbelse gegevens die voorhanden zijn vast te stellen dat dit mede het volk Israël betrof.

Waren de Joden de Hyksos?

Sommigen zijn van mening dat “de Hyksos” het volk Israël is. Dat is, zie ook eerder, geschiedkundig en Bijbels gezien onmogelijk.

Jerusalem Post schrijft: “Het concept is zo verankerd in het Egyptische geheugen dat tot op de dag van vandaag de gemiddelde persoon in Egypte denkt dat de Hyksos joden waren en hen associeert met vernietiging en chaos. Maar dit maakt geen deel uit van de echte geschiedenis.”

Ik acht het mogelijk dat onder de “menen van allerlei herkomst”, in Exodus 12:38 en Numeri 11:4 genoemd, zich ook Hyksos bevonden of dat Israël geassocieerd werd met de Hyksos als in “collaborateurs” in de ogen van de Egyptenaren, maar het gaat hier niet om hetzelfde volk.

Daarnaast was Hyksos volgens o.a. Christipedia1 een verzamelnaam: “Met de naam Hyksos werden klaarblijkelijk alle nomadiserende families bedoeld die op een gegeven moment om welke reden dan ook in Egypte terecht kwamen. Het waren soms herdersvorsten, zoals de aartsvaders waren. Het begrip ‘hyksos’ gold waarschijnlijk voor iedere Aziatische inwijkeling. Ook Jakob en zijn familie zijn ‘hyksos’. Hoewel de mensen van een herdersvolk algemeen een gruwel waren voor een Egyptenaar, kregen de nazaten van Jakob, dankzij Jozef, een bevoorrechte positie.”

Feit is echter dat Israël, onder alle inwoners van Egypte, duidelijk een apart(gezet) volk was met andere gebruiken en gewoonten en geloofsopvattingen. De gedachte dat de Hyksos en Israël één waren zou betekenen dat het volk dat we zien in Exodus niets meer en minder dan een geassimeleerd mengvolk zou zijn. Dat wordt in gedeelten als Exodus 12:38 en Numeri 11:4 duidelijk tegengesproken.

Daar komt nog iets bij: nadat de regerende Hyksos verdreven waren uit Avaris, bleef Israël achter en werden na verloop van tijd tot  slavernij gedwongen.

Het is, zoals ik eerder al aangaf, zeer goed mogelijk dat het achterblijvende deel van ‘semitische bewoning’ bij Avaris daarmee de Israëlieten waren. Het gaat echter niet aan hen als “Hysksos” te bestempelen. Wel zou het heel goed kunnen dat ze in de Egyptische traditie zo benoemd werden en dát verklaart waarom er van de slavernij van Israël, in Egypte, “niets gevonden kan worden” door historici.

De Egyptenaren maakten in dezen geen onderscheid; het waren voor hen allemaal “vreemdelingen”. Net zoals in ons land veel mensen helemaal geen onderscheid maken als ze spreken over “allochtonen” of, minder fraai, “buitenlanders”.

Angst voor Israël

Toen trad er in Egypte een nieuwe² koning aan, die Jozef niet gekend had. Hij zei tegen zijn volk: Zie, het volk van de Israëlieten is talrijker en machtiger dan wij. Kom, laten wij er verstandig tegen optreden, anders zal het talrijk worden en, mocht het zijn dat er een oorlog uitbreekt, dan zal het zich ook bij onze vijanden aansluiten, tegen ons strijden en uit het land wegtrekken. En zij stelden daarom opzichters van herendiensten over het volk aan om het door zijn dwangarbeid te onderdrukken. Het bouwde voor de farao voorraadsteden: Pitom en Raämses. (Ex. 1:8-11).

Nu we weten dat het volk Israël met de Hyksos een goede relatie hadden is het niet verwonderlijk dat we lezen dat toen de oorspronkelijke bewoners, de Egyptenaren, weer de macht terug kregen zij de Israëlieten niet vertrouwden.

Ook wordt het dan begrijpelijk waarom de Farao bang was voor het volk, dat hij bang was dat ze té groot zouden worden – net als de Hyksos vóór hen. Hij had in die zin geleerd van de geschiedenis; het volk Israël zou wel eens, net als de Hyksos, de macht kunnen overnemen!

Deze angst voor Israël zorgde er voor dat de Farao de slavernij invoerde voor het volk, hun kinderen liet uitmoorden en daardoor, uiteindelijk, voor de uittocht van het volk Israël.

Ook hier onderschrijft de geschiedschrijving de Bijbelse gegevens. Het is opmerkelijk dat archeologen die onderzoek hebben gedaan de afgelopen eeuw niet, nooit, het doel hebben gehad de Schrift te onderschrijven. Echter hun onderzoek dóet dit wel!

Meer informatie:
Bijbelse Plaatsen, Pithom en Raamses
Logos, Het volk Israël in het land Gosen
Lijst van Farao’s, Wikipedia

_________________
Oorspronkelijke kaart bij dit artikel via WikiMedia. Map of Lower Ancient Egypt, showing the Nile and major cities and sites of the Dynastic period (c. 3150 BC to 30 BC)., door MinisterForBadTimes gelicenseerd onder de Creative Commons-licenties Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0 Unported, 2.5 Algemeen, 2.0 Algemeen en 1.0 Algemeen.

1) Er wordt gesteld over Amenhotep II: “In het 9e jaar van zijn regering ondernam hij een veldtocht naar Kanaän om er zo’n 101.000 krijgsgevangenen te nemen voor slavenarbeid in Egypte [..] Wellicht dat hij het verlies, dat hij geleden heeft bij de uittocht van de Hebreeuwse slaven, weer had goedgemaakt.”. Het is mogelijk maar m.i. een lastig hard te maken standpunt aangezien hij waarschijnlijk verdronken is bij de uittocht van het volk Israël, samen met zijn leger (Exodus 14: 23-30; Psalm 136:15).

2) Net.BIBLE (toelichting): – Het is moeilijk om vast te stellen wie deze ‘nieuwe koning’ zou kunnen zijn, aangezien de chronologie van het oude Israël en Egypte voortdurend ter discussie staat. Geleerden die de getallen in de Bijbel min of meer op het eerste gezicht nemen, schatten de tijd dat Jakob naar Egypte afdaalde rond 1876 v.Chr. Dit zou de ervaring van Jozef situeren in de periode voorafgaand aan de Hyksos-controle over Egypte (1720-1570), en alles in het verhaal over Jozef wijst op een inheemse Egyptische setting en niet op die van Hyksos. De dood van Jozef zou dus rond 1806 v.Chr. hebben plaatsgevonden, slechts een paar jaar vóór het einde van de 12e dynastie van Egypte. Dit markeerde het einde van het machtige Middenrijk Egypte.

De relatie tussen de Hyksos (ook Semieten) en de Israëlieten kan vriendschappelijk zijn geweest, en de Hyksos zouden dan heel goed de vijanden kunnen zijn waar de Egyptenaren in Exodus 1:10 bang voor waren. Het is logisch om de nieuwe koning, die Jozef niet kende, te zien als de stichter (Amosis, 1570-1546) of als een vroege koning van de machtige 18e dynastie (zoals Thoetmosis I). Egypte verdreef onder dit nieuwe leiderschap de Hyksos en herstelde de Egyptische soevereiniteit. De nieuwe heersers zouden zich zeker zorgen hebben gemaakt over de toenemende Semitische bevolking in hun gebied (zie E.H. Merrill, Kingdom of Priests, 49-55).

Print Friendly, PDF & Email