Filemon – Bevrijd uit de Slavernij

Slavernij kwam in het Romeinse Rijk veel voor. Sterker: het Romeinse Rijk was er op gebouwd, zonder slavernij had het niet eens zo groot en sterkkunnen worden. Daarom ook dat onder de eerste christenen, zeker de christenen uit de heidenen, slavernij voorkwam.

Slaven dienden in huishoudens, in de landbouw, in mijnen, in het leger, in werkplaatsen, in de bouw en in tal van dienstverlenende beroepen. Maar liefst 1 op de 3 inwoners van Italië of 1 op de 5 in het hele rijk leefde in slavernij en op dit fundament van dwangarbeid rustte het hele gebouw van de Romeinse staat. (World History Encyclopedia).

Flavisch Amfitheater (Colosseum Rome)
Het Colosseum, Rome – FeaturedPics, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.

Dat het veelvoorkomend was en in de Bijbel genoemd wordt, wil niet zeggen dat we als christenen slavernij moeten goedkeuren. Het was simpelweg een maatschappelijk gegeven in die tijd. Veel grote bouwwerken, zoals het Colosseum, werden bijvoorbeeld voornamelijk door slaven gebouwd.

In de Brief aan Filemon lezen we over een hele specifieke situatie aangaande een slaaf, Onesimus.

Brief aan Filemon

Dit is een persoonlijke brief aan één van de gelovigen in de gemeente van Kolosse, Filemon, van Paulus en Timotheüs. De Gemeente van Kolosse kwam samen in de woning van Filemon. In dat verband is het heel interessant om ook de brief aan de Kolossenzen te lezen om te zien om wat voor een gemeente het hier ging.

Filemon was waarschijnlijk een man die in goede doen was, aangezien hij een woning had voldoende groot voor samenkomsten, en ook -op zijn minst- één slaaf had, Onesimus. Deze slaaf was weggelopen en in Rome op de één of andere manier Paulus had leren kennen. Door zijn ontmoeting met Paulus was hij tot geloof gekomen.

De brief is niet alleen persoonlijk maar ook aan de gemeente gericht, als in dat Paulus kennelijk wilde dat ook zij van de inhoud op de hoogte waren, want Paulus groet ook de gemeente. Het is uniek dat ook wij deze brief nog steeds hebben en kennen.

Het gaat in deze brief uitsluitend om een praktische aangelegenheid. Paulus spreekt in deze brief tot een gelovige meester, Filémon, over een slaaf, Onésimus, die van Filémon is weggelopen en door hem, Paulus, weer is teruggestuurd. Het is een brief over een slaaf die bij zijn meester in de schuld staat. Paulus wil die meester helpen om zijn slaaf, die hem zo heeft benadeeld, in liefde te ontvangen. In deze brief zie je dat het christelijk geloof niet alleen bestaat uit wat je gelooft, maar ook hoe je het geloof verwerkelijkt.” (KingComments).

Maar buiten die praktische aangelegenheid is er ook een geestelijke les te leren. Reden waarom, mijns inziens, deze brief ook in de Canon is opgenomen.

Kolosse

Kolosse was een stad in Frygië, een streek in Klein-Azië, het huidige Turkije. Tegenwoordig ligt daar vlakbij het dorpje Honaz. De stad lag op de hoogvlakte van Honaz aan de zuidelijke oever van de Lycus (rivier), een zijtak van de Meander, op ongeveer 18 km van Laodicea, op 21 km van Hiërapolis en op zo’n 190 km van de westkust. De stad was gesticht door een van de opvolgers van Alexander de Grote, werd bewoond door Frygiërs, Grieken en Joden (zie verder: Bijbel in 1000 Seconden).

De gemeente in Kolosse was indirect ontstaan uit het zendingswerk van Paulus, door een van zijn mede-arbeiders. “U hebt de genade Gods leren kennen zoals u het vernomen hebt van Epafras, onze geliefde mededienstknecht, die voor u een getrouw dienaar van Christus is” (Kol. 1:7).

Overzicht brief aan Filemon

  • Introductie
    • Filemon’s karakter
    • Filemon’s liefde en geloof, Fil. 1:4-5
    • Een zegen voor de gelovigen, Fil. 1:6-7
  • Paulus pleit voor Onesimus
    • Paulus beroept zich niet op zijn autoriteit als Apostel, maar doet een verzoek in liefde. Fil. 1:8-9. Hij had natuurlijk, menselijk gesproken, kunnen zeggen tegen Filemon “als Apostel vraag ik je om Onesimus aan mij af te staan als hulp in het zendingsveld” en Filemon zou dit dan waarschijnlijk niet geweigerd hebben. Maar Paulus doet dit niet, hij stuurt Onesimus éérst terug, maakt duidelijk hoeveel Onesimus hem tot zegen is geweest en doet in liefde een verzóek aan Filemon.
    • Onesimus’ leven is veranderd, Fil. 1:10-12. “mijn zoon [in geloof], die ik heb voortgebracht toen ik in boeien geslagen was [..] voorheen voor u van geen nut, maar nu is hij voor u en voor mij van veel nut.”
    • Paulus stuurt hem terug om de zaken met zijn meester in orde te maken, Fil. 1:13-14, maar geeft duidelijk aan dat hij Onesimus graag bij hem had gehouden.
    • Vraag Onesimus als een broeder te ontvangen en niet als een slaaf, Fil. 1:15-16.

Onesimus had dingen gedaan die, in die tijd, niet in orde waren. Hij had Filemon schade berokkend door weg te gaan. Immers, een slaaf moest je aankopen voor een zeker bedrag en Filemon was door het weglopen van Onesimus zijn “investering”, zijn werkkracht, kwijt. Misschien had hij zelfs dingen gestolen of vernield. Paulus’ verzoek zou -zeker in die tijd- dan ook als “onrechtvaardig” richting Filemon uitgelegd kunnen worden.

Had Onesimus geen straf verdiend? Zou het niet “oneerlijk” zijn als Onesimus, omdat hij nu christen was geworden, vrijuit ging en zijn straf daardoor zou ontlopen? Slavernij was overigens, in het Romeinse Rijk, ook een van de straffen naast veel andere wrede straffen. Mogelijk wás de slavernij waarin Onesiumus zich bevond wel een straf voor een ándere overtreding die hij had begaan of gevolg van het maken van schulden. Tóch doet Paulus desondanks het verzoek aan Filemon: “geef hem de vrijheid, dat hij mij mag komen dienen”. Niet als slaaf, maar als broeder!

  • Paulus redenering hierover?
    • Zowel Onesimus als Filemon delen een schuld. Fil. 1:18-19. Paulus biedt aan: “ik vergoed de schade” als in geldelijke schade. Of “ik koop hem vrij”. Maar hij merkt er iets bij op: “om niet te zeggen dat u ook uzelf aan mij schuldig bent.” Oftewel, Filemon heeft ook een “schuld” aan Paulus, en waarschijnlijk bedoelt Paulus daarmee dat hij door Paulus tot geloof is gekomen.
    • Ze hebben een gedeelde vreugde. Fil. 1:20-21. “Je zult méér doen dan ik vraag”.

Beeld van het Evangelie

Het is bijzonder dat deze brief in de Canon is opgenomen. De reden is waarschijnlijk dat dit een beeld is van het Evangelie. Wij waren ook slaven, slaven van de zonde. Wij zijn óók weggelopen van onze Meester, van God. Ook onze schuld is betaald door iemand anders: Christus Jezus. En we hebben vergeving ontvangen.

Filemon - bevrijd van de Slavernij
Filemon – bevrijd van de Slavernij (AI, Romeinse Slaven)

Daarom zijn wij geen slaven meer (Romeinen 6:16-20) van de zonde, van het oude leven (net als de slavernij waarin Onesimus was), maar vrijgekocht door Christus, die de schuld betaalde. Daardoor zijn we geen slaven meer, maar zonen, geadopteerd door God.

Daardoor wordt gerechigheid gedaan én genade getoond, door Christus Jezus, en wij kunnen terugkeren naar God. Waardoor we in plaats van onnutige slaven nu nuttige dienaren van God zijn.

De brief is dus niet alleen zomaar een smeekbede van Paulus aan Filemon om de slaaf Onesimus vrij te laten en Paulus te laten dienen als broeder in Christus maar een stuk praktijkonderwijs, het Evangelie feitelijk en praktisch, typologisch, weergegeven in de levens van Filemon en zijn slaaf.

Print Friendly, PDF & Email