“Maar Josafat zei: Is hier niet nog een profeet van de Heere, zodat wij de Heere door hem kunnen raadplegen? Toen zei de koning van Israël tegen Josafat: Er is nog één man om door hem de Heere te raadplegen, maar ik haat hem, want hij profeteert niets goeds over mij, alleen maar onheil: Micha …