Wanneer de kerk de zonde bejubelt in een lied

Eén van de liederen die in kerken en gemeenten vaak gezongen wordt, eventueel met alternatieve tekst, is “Hallelujah” van Leonard Cohen. Ik vind het verschrikkelijk dat het in kerken en gemeenten gezongen wordt als zou het een ‘geestelijk’ of kerkelijk verantwoord lied zijn dat een plaats in de eredienst heeft. Het tegendeel is waar.

Batseba

Ook de afgelopen dagen, met Pasen, zag ik het verschillende keren voorbij komen op social media in originele en bewerkte versie.

Hallelujah

Cohen begint in de eerste coupletten van het lied met verwijzingen naar verhalen uit de Bijbel, in het bijzonder een mix van het verhaal van David en Batseba en Simson en Delila.

Je geloof was sterk, maar je had bewijs nodig
Je zag haar baden op het dak
Haar schoonheid en het maanlicht wierpen haar omver
Ze bond je vast aan een keukenstoel
Ze heeft je troon gebroken en je haar geknipt
En van je lippen trok ze het Halleluja

Gaandeweg echter gebruikt hij het woord Hallelujah meer voor dingen die gelukt zijn, of juist niet. Er is zelfs een couplet dat verwijst naar “een hallelujah-gevoel bij seks”.

Leonard Cohen was geen christen. Leonard Norman Cohen werd geboren in een orthodox-joodse familie in Westmount, Quebec, op 21 september 1934. Hij was uit de lijn van de priesterorde (Cohen zijn afstammelingen van Aaron). Hij heeft de Joodse orthodoxie echter achter zich gelaten en in 1996 werd Cohen gewijd als een Rinzai Zen monnik (een van de drie stromingen in het Japanse boeddhisme).

De zonde van David

De zonde van David is overbekend. Ook het gevolg er van (2 Samuël 12). Nathan laat David weten dat hij is als een rijke die het mooiste wat een arme man had steelt.

de arme had helemaal niets dan alleen één enkel klein ooilam, dat hij gekocht had. Hij hield het in leven en het werd groot, samen met hem en met zijn kinderen. Het at mee van zijn stuk brood, dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot. Het was als een dochter voor hem.”

Zo’n daad heeft consequenties:

Zo zegt de HEERE: Zie, Ik breng onheil over u uit uw eigen huis, en zal uw vrouwen voor uw ogen nemen en hen aan uw naaste geven; die zal op klaarlichte dag met uw vrouwen slapen.”

Dat Nathan de daad van David vergelijkt met het stelen van het ooilam van de arme, die daardoor te gronde wordt gericht, is niet zonder reden.

Hoewel Nathan, de toenmalige profeet, David terecht veroordeelde voor zijn daden, deed hij Batseba zoiets niet aan. Hij vergeleek haar zelfs met een “ooilam”, een volstrekt onschuldig en rein dier dat van haar arme eigenaar was gestolen en geslacht.

David bidt voor het leven van zijn zoon (Public Domain)
David bidt voor het leven van zijn zoon (Public Domain)

Zij heeft je troon gebroken?

In het lied van Leonard Cohen zingt hij “She broke your throne” (Zij heeft je troon gebroken). Maar dat is compleet tegenstrijdig aan de bijbelse gegevens. David nam Batseba zonder haar instemming. Er was géén sprake van wederzijdse instemming.

Zij was derhalve rein en had geen schuld aan de situatie. Zij nam niets, Dávid nam háár en had haar afgestolen van haar man!

Het baden wat ze deed was ook niet zonder aanleiding; het was het rituele reinigingsbad na de menstruatie (“Zij had zich zojuist van haar onreinheid gezuiverd”, 2 Sam 11:4; Leviticus 15:19-24). Ze hield zich daarmee aan de Joodse wet. Daarom ook dat krachtige beeld dat Nathan hier gebruikt: het reine ooilam versus David’s zondige gedrag.

Wanneer de kerk de zonde bejubelt

In het lied van Cohen komen de consequenties van David’s zonde helemaal niet aan bod. Het lied bezingt de tragische gebeurtenissen met een prachtige melodie – alsof er bijna iets moois is gebeurt. Het wordt enorm geromantiseerd door een dergelijk lied. Het legt de schuld ook nog eens volstrekt ten onrechte bij Batseba.

Wanneer de kerk de zonde bejubelt in zo’n lied zonder de consequenties er van te benoemen gaat ze in mijn ogen volstrekt de mist in. Sterker nog: zij wordt en neemt deel aan deze leugenachtige weergave en zonde.

Als je al zo’n lied zingt zou ik zeggen: predik daarna over de consequenties zoals benoemd in 2 Samuël 12. Maar beter zing je het lied gewoon helemaal niet. Het lied van Cohen hoort niet in de gemeente van Christus gezongen te worden, het is Bijbels gezien een janboel en de kerk moet de zonde niet bejubelen.

Ook al verander je de woorden, de melodie en de associatie die er door opgeroepen wordt met het origineel geeft de luisteraars het idee dat het lied ‘prima’ is en past in een christelijke context. En dat is absoluut niet het geval.

Print Friendly, PDF & Email