De familie-momenten, gezinsaanbidding, rondom Gods Woord zijn het belangrijkste wat je een kind kunt meegeven. Gebed voor en na het eten, de Bijbel lezen. Daardoor raken kinderen niet alleen bekend met het Woord van God, ze raken ook bekend met het feit dat je, als ouder, gelóóft in God.
Dit vereist regelmaat en discipline in het gezin. Dit betekent dat je sámen eet, aan tafel. Niet op de bank voor de televisie. Alsof een TV, entertainment, het centrum van een gelovige familie is?
En daar kun je, als echtpaar, het beste al mee beginnen (met elkaar) vóór er kinderen zijn!
Wij deden dit vroeger met behulp van een kinderbijbel waaruit we voorlazen. Anderen doen dit met een boekje met overdenkingen. Het leert een kind dat dagelijkse omgang met God van belang is en dat één keer per week naar de kerk (voorzover veel gelovigen dat nog doen) onvoldoende is om een relatie met God te hebben.
Het is voor de geloofsopvoeding een “kritieke succesfactor”. Zeker omdat kinderen bijvoorbeeld op de (christelijke) school ook niet of nauwelijks nog gezond bijbelonderwijs krijgen.
Het gezamenlijk eten, ‘s avonds, is ook een moment waarop kinderen hun verhalen kwijt kunnen. Ze leren daarmee wat het is om te communiceren met elkaar en de ouders. En, bovenal, dat er ook met God gecommuniceerd kan worden op een dagelijkse basis.
Puriteinen en Gezinsaanbidding
De Puriteinen vonden dit zelfs zó belangrijk dat ze een vader die zijn gezin niet voorging in de familie-momenten rondom Gods Woord, die niet wilde bidden of Bijbellezen met zijn gezin, werd uitgesloten van het Avondmaal.
Nu kun je geweldige gezinsaanbidding doen en toch van je gezin een puinhoop maken als je niet leeft naar wat je zegt in gezinsaanbidding. Het punt is echter dat je ziet, onderkent, dat gezinsaanbidding de basis is van het opvoeden van kinderen. Daar begint alles mee, met de Hemelse Vader.
God is een God van het gezin, van families, van relaties. Door de Bijbel heen zien we dat God handelt met families, met gezinnen. Adam en Eva en hun kinderen. Abraham en zijn familie. Jakob, de stamvader van Israël, en zijn familie. En zo verder. Beloften gaan van ‘vader op zoon’. Christus zien we terug in de Bruid en Bruidegom. De Gemeente, het ‘huisgezin van God’. Alles draait bij God om relaties en uitéindelijk, bovenal, een relatie met Hém.
Jozua 24:14-15 “Ik en mijn Huis, wij zullen de Here dienen”. Dat moeten we niet alleen met de mond onderschrijven maar ook in de prakijk.
Gezinsaanbidding: ook nu nog!
Vooral in deze moderne, jachtige, tijd is gezinsaanbidding absoluut belangrijk.
Gezinsaanbidding kent drie hoofdpunten:
1. dagelijks, met elkaar, bidden en het Woord van God lezen. Eventueel ook vraag en antwoord. Hebben de kinderen vragen? Ontwijk ze niet! Ga er over in gesprek met ze.
2. voorkom extremisme. Als je de gezinsaanbidding leidt, hou het op het niveau van de kinderen. Het moet voor hen begrijpelijk zijn (reden waarom wij een goede kinderbijbel gebruikten en later, toen ze ouder werden, “Het Boek”). Ga ook niet ‘preken’. Hou het voorzover mogelijk interactief. Houd de gebeden kort en misbruik het gebed niet om de kinderen ‘een lesje te leren’ of te kleineren.
Bijvoorbeeld, zeg geen dingen als “Leer onze kinderen om niet meer te zondigen of brutaal te zijn”. Maar zeg dan “leer óns om niet meer te zondigen en opstandig tegen U te zijn”. Kleineren van je kinderen, door middel van een gebed of specifiek bijbelgedeelte werkt totáál averechts natuurlijk!
3. zelf lezen, betrekken. Wat wij ook deden, toen ze wat ouder waren, was: de kinderen laten voorlezen. Zelf lezen is effectiever dan voorgelezen worden. Daarnaast ontwikkelt voorlezen ook hun leesvaardigheid, maar dat is bijkomende winst en geen doel natuurlijk.
Sommige gezinnen, vooral in Amerika zo bleek mij, doen dit véél uitgebreider dan wij hier gewend zijn. Ze maken er echt een ‘thuisdienst’ van, inclusief een gedeelte voorbereiden of delen uit de catechismus lezen en bespreken, etc. Kies daarin wat het beste bij je past, bij jouw gezinssituatie.
Leer jezelf en de kinderen dat er in elk geval één moment op de dag is waarin je als gezin, met elkaar, Gods Woord opent. En ja, we sloegen het ook wel eens over. Er zat soms niets anders op (bijvoorbeeld wegens muzieklessen op onhandige tijden, sportlessen, naschoolse activiteiten of werk). Maar het principe was dat we dagelijks in gebed gingen en de Bijbel openden rondom de maaltijd die we samen, áán tafel, genoten.
Daarbij geldt “Ergert uw kinderen niet” (Kolossenzen 3:21). Dus nogmaals: géén “extremisme”. Tien tot vijftien minuten per dag is een goede stelregel.
Een andere, goede, regel in deze moderne tijd is: geen telefoon aan tafel. Mijn vrouw en ik doen dat, in principe, nog steeds niet. Ook niet nu de kinderen al lang uit huis zijn.
Die telefoon, social media en whatsapp berichten enzovoorts, kunnen écht wel even een half uurtje wachten. De enige uitzondering is als ik stand-by moet zijn voor mijn werk.
Leren van je kinderen
Ook als ouders kun je veel leren van de gezinsaanbidding. Kinderen zijn onbevangen en open. Ze stellen vragen of plaatsen opmerkingen die je soms best wel aan het denken kunnen zetten.
Voor mijzelf, bijvoorbeeld, is het toch wel een paar keer voorgekomen dat de gesprekjes aan tafel of de vragen die ze stelden bleven hangen en het onderwerp dat door mijn kinderen werd aangesneden aanleiding werd dit verder te bestuderen en zelfs een aantal keren over te spreken in een dienst.
Uiteraard hebben we dit zeker niet perfect gedaan. Je weet soms ook niet hoe je zoiets moet aanpakken, je bent soms zelf niet bepaald in de stemming, de kinderen zijn soms niet in de stemming. Maar het gaat niet om onze stemming of om perfectie. God vraagt je niet om alles perfect te doen. Hij vraagt je óm het te doen.
Ik hoop dat, wanneer je een christen bent en (kleine) kinderen hebt dit model wilt gaan overwegen en, beter nog, toepassen. Kom voor die televisie weg ‘s avonds. Eet aan een tafel. Structureer. Onderwijs.
Je kinderen hun eeuwige behoud hangt er (mede) vanaf! Je weet immers nooit hoeveel invloed dit heeft op je kinderen als je ze een voorbeeld geeft. Hoeveel ze zich er later van zullen herinneren. Of ze door wat ze ‘aan tafel’ hebben geleerd in tijden van nood de Here (terug) vinden.
Je plant het zaadje, God geeft de wasdom. Hij kan echter alléén wasdom geven als wij onze verantwoordelijkheid nemen als ouders en.. gaan planten! Zonder zaad geen vrucht, geen opbrengst, immers?