Heiliging

Christelijke doctrines
Wanneer je een cursus doet met betrekking tot ‘theologie’ ontkom je er niet aan om ook wel eens dingen te moeten bestuderen die je minder interessant vindt of waar je je eigenlijk niet zoveel mee bezig houdt.

Eén van die thema’s is “Christelijke doctrines”. Doctrines zijn leerstellige opvattingen die mensen hebben geformuleerd over Gods Woord. En dat is precies waar ik dan tegen aan loop: het zijn ménselijke opvattingen, interpretaties en uitlegging, die als “leerstellige waarheid”, als dogma, zijn neergezet.

Een dogma is, volgens de van Dale: “vastomlijnde, aan geen discussie meer onderhevige leerstelling”. De kerk heeft ooit, op een x-moment in de geschiedenis, besloten: “dit is de enig juiste interpretatie” en vervolgens is er geen discussie meer over mogelijk…Bekende dogma’s zijn bijvoorbeeld de leer over de drie-eenheid (daar kom ik later wellicht nog eens op terug), de leer over de erfzonde, het werk van Christus e.d.

Heiliging
In het lesmateriaal gelukkig ook aandacht voor minder bekende zaken; d.w.z.: zaken waar minder aandacht aan besteed wordt, in het bijzonder een evangelische kringen. Eén daarvan is het onderwerp “Heiliging”.

In de oorsporonkelijke talen waarin de Bijbel is geschreven (Hebreeuws en Grieks) is de bron van het woord dat wij kennen als ‘heiliging’ een woord dat betekent ‘apart gezet’.

Als God een mens apart zet, heiligt, zet hij deze mens voor Zichzelf apart of ‘terzijde’. Dit betekent ook dat deze persoon apart gezet is ten opzichte van de zonde. De heiliging kent drie aspecten:

1. positionele heiliging
op het moment dat een mens één geworden is met Christus Jezus door geloof wordt de mens apart gezet van deze wereld voor én door God zelf. Hebr 10:10; Psalm 4:4. Een ieder die tot geloof gekomen is, ís daarmee geheiligd. Zelfs wanneer we als Christenen “niet zulke goede Christenen zijn”, dit doet namelijk niets af van deze, éénmalige, “positionele heiliging” (heiliging ín Christus).

1 Kor. 1:2
“aan de gemeente Gods te Korinte, aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen, hun en onze (Here)”

Déze heiliging is dus een éénmalig gebeuren en een ónaantastbaar feit. Het hééft plaatsgevonden op het moment dat de mens in geloof Christus Jezus aanvaardt;

2. praktische heiliging
Wij ervaren, als gelovigen, dat wij worden geheiligd. Dit is een proces waarbij de Heilige Geest ons meer en meer bevestigd en leid in het proces waarbij we Christus volgen en we -daardoor- steeds verder naar Hem toegroeien en van “de wereld” afgroeien. Onze positionele heiliging moet leiden tot een praktische heiliging.

Er zijn twéé voorwaarden welke leiden tot een praktische levensheiliging:

  • Onderwerping aan GodRom 12:1,2. Alléén als we ons onderwerpen aan God, ons aan Hem overgeven, kan de Heilige Geest zijn vruchten in ons leven bewerken: “wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.” (Gal 5:16-25, Rom. 6:13);
  • Geloof – Als gelovigen moeten we elk moment vertrouwen op de (leiding van de) Heilige Geest om de verleidingen van de zonde, die we dagelijks ervaren, te overwinnen. We moeten geloven dat Christus zijn leven door ons kan en zal leven. De Apostel Paulus schreef: “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.” (Gal. 2:20).

Praktische levensheiliging vraagt dus actie van de gelovige zélf. We kúnnen het niet alleen, maar Gods Woord onderwijst ons wel dat we wel zelf, actief, moeten ‘deelnemen’ hieraan. Levensheiliging is niet iets wat je ‘overkomt’, maar wat je dóet, met Gods hulp!

3. Ultieme heiliging
De “ultieme” heiliging, de volledige allesomvattende heiliging, van de mens kan niet op aarde plaatsvinden. Deze zal plaatsvinden op het moment dat de Here zal terugkeren om ons tot Zich te nemen (1 Thess. 4, 1 Thess 5:23). Paulus begint hier met de positionele en praktische heiliging: “hoe gij moet wandelen en Gode behagen” (4:1) want God wil onze heiliging (4:3). Hij heeft ons immers apart gezet voor Hem?

1 Thess. 5:7,8: “Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging. Daarom, wie dit verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, die u immers ook zijn heilige Geest geeft. ”

Gods Heilige Geest woont in de gelovige. Wanneer wij weigeren ons leven, onze praktische levenswandel, te heiligen en de heiliging verwerpen dan verwerpen wij God!

Vervolgens legt Paulus uit dat wij met de Here zullen worden veréénigd, door de ‘wegrukking’ of de ‘opname’ van de gelovigen (1 Thess. 13-18). Dát is dan ook het moment waarop de ultieme heiliging plaatsvindt; wij worden dan veréénigd met Hem, zullen altijd bij Hem zijn. De Staten Vertaling (Jongbloed) zegt het zo:
“Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.”

Bij díe komst van de Here worden we “geheel en al geheiligd“! We zijn geróepen (vgl. ook 1 Thess. 5:9,10) tot ‘zaligheid’ en ‘samen met Hem leven’.

Vanaf dat moment zal onze (geestelijke) ervaring van de praktische levensheiliging, die nu nog slechts gedeeltelijk is, dan overeenkomen met de werkelijkheid; volledige, ultieme, heiliging omdat onze staat dan overeenkomt met de geestelijke staat waarin wij ons nu reeds (behoren) te bevinden (Efeze 2:6).

Tot slot
Er is over dit onderwerp natuurlijk veel meer te zeggen! Ik hoop, in de toekomst, eventueel andere aspecten rondom onze (Hemelse) erfenis, staat en positie hier te bespreken.

Voor wie Engels verstaat kan ik verder nog deze (online) prediking over dit onderwerp aanbevelen:
> Dr. Jack Trieber, North Valley Baptist Church: Biblical Separation

Print Friendly, PDF & Email