Generatie X heeft gefaald (maar het is nog niet te laat)

Generatie X, mensen geboren tussen 1961-1980 en waar ik zelf ook toe behoor, heeft in mijn ogen gefaald. Gefaald in de overdracht van het geloof naar hun kinderen (“Generatie Y” of “de Millenials”).

Generatie X heeft gefaald
Laten we onze (klein)kinderen verloren gaan?

Ik maak mij ernstig zorgen over de Millenials.

Mijn generatie heeft altijd de wind mee gehad. Economische voorspoed, onze ouders en grootouders hebben daar hard voor gewerkt. We wonen vaak in mooie huizen, hebben een goede baan. Kunnen met regelmaat op vakantie, rijden minstens één mooie auto. Materieel hebben we veel, vaak zelfs alles.

Daarnaast was er op het ‘christelijke erf’ voor onze generatie ook van alles te beleven. Je had de koffiebars, festivals (Flevo Festival, May Day), EO Ronduit was met allerlei activiteiten voor ons bezig. Zo heb ik mijn vrouw ook leren kennen, tijdens een “Ronduit Weekend”.

Gek genoeg is het onze Generatie X die, ondanks alles wat ons voorgeleefd werd en de rijke christelijke zuil waarin we ons bevonden, gefaald heeft. We hebben de ‘ontzuiling’ gewoon laten gebeuren.

Toen de generatie voor ons ouder werd, namen veel van ons de fakkel niet van ze over. Veel van ons waren, zijn, lauwe christenen geworden of, erger nog, hebben de kerk verlaten.

En onze kinderen? En hun kinderen? We leven ze een leven voor waarin alles belangrijk is behálve geloven. Een mooie auto, een groot huis, cariére maken. We zetten ze zelfs vaak onder druk om toch maar vooral een zo hoog mogelijke opleiding te volgen, veel geld te verdienen, carière te maken. Want dát is het! Dán heb je maatschappelijk status en kun je ook in weelde leven, “net als je ouders”! We hebben ze opgevoed tot een generatie die bovengemiddeld narcistisch en egoïstisch zijn.

Generatie X is wereldgelijkvormig

Generatie X is wereldgelijkvormig geworden.

Ik heb mij lang afgevraagd hoe dat heeft kunnen gebeuren. We zijn opgegroeid met álles wat er maar nodig was: bijbelkringen, jeugdclubs, eigen uitgaangsmogelijkheden, concerten, films, tijdschriften (De Goede Herder, Aktie, Jong & Vrij enzovoorts), de muziek werd gemoderniseerd, er werd door de oudere generatie niet alleen ontzettend veel voor ons gedaan er werd ook naar ons gelúisterd – gekeken naar onze “behoeften”. En daarin werd ruim voorzien!

Misschien is dat wel het probleem. We zijn verwend, we zijn gepamperd. Geloven was geen strijd meer, het kostte veel van ons vaak geen enkele moeite – in tegenstelling tot de generaties voor ons die het niet allemaal in de schoot geworpen kreeg. Geloof hoorde er gewoon bij. Het was géén bewuste keuze voor veel van ons.

Natuurlijk generaliseer ik. Want ik weet uit eigen ervaring dat het niet altijd makkelijk was. Zeker niet als je als tiener er voor uitkwam dat je geloofde. Maar toch. Je had je eigen kring. Daar kon je op terugvallen.

Toen de generatie voor ons ouder werd en mijn generatie het stokje moest overnemen gebeurde dat in mijn ogen onvoldoende.

Op Wikipedia lees je:

Bij Youth for Christ was het fenomeen aan het einde van de jaren zeventig over haar hoogtepunt heen. Het aantal koffiebars daalde gestaag. Anno 2016 bestaan er nog enkelen. Als verklaring voor de neergang werd de algemeen groeiende terughoudendheid bij jongeren genoemd en het feit dat er een generatie opgroeide die weinig affiniteit met en daardoor geen belangstelling voor het christelijk geloof had.”

Maar ik weet, ook uit eigen waarneming en ervaring, dat het ook stééds moeilijker werd om “opvolging” te vinden en om mensen te vinden die actief wilden zijn of worden hierin of op Evangelisatiegebied in zijn algemeenheid.

De Millennials hebben ons nodig!

Andries Knevel schreef een tijd geleden een artikel over kerkverlating in mijn leeftijdsgroep (en iets ouderen):

De kinderen zijn het huis uit, en hun ouders geloven het verder wel. [..] De sociale druk is weg, en de preek sprak al jaren niet meer aan. En ja, ik ken de tegenwerping: niet meer naar de kerk gaan, betekent niet dat het geloof verdwenen is. Maar toen ik dat tegen mijn gesprekpartners zei, keken ze me licht ironisch aan. “Denk jij echt dat je het volhoudt om te geloven zonder kerk of gemeente?”

Ik wordt er wat verdrietig van als ik lees “de preek sprak al jaren niet meer aan” vraag ik mij ook af: waarom heb je dat laten gebeuren? Wat hield je tegen om de predikant of voorganger daar eens op aan te spreken?

Welk signaal gaat daarvan uit naar onze kinderen, naar de generatie na ons, de ‘millenials’ die nog wel in de kerk zitten als wij, als onze generatie, de kerk verlaat na jarenlang elke zondag daar te zijn heen gegaan? Dat geloven er niet meer toe doet? Dat het allemaal van nul en generlei waarde was? En denk niet dat dit alleen een probleem is in de ‘orthodoxe’ kringen. Ook in de Evangelische kringen zie je het gebeuren.

Juist als je zelf 50+ bent, de kinderen het huis uit zijn – juist dán heb je toch je handen vrij om in de kerk of gemeente weer wél actief te worden? Luister naar de ‘milennials’ (en hun kinderen). Waar hebben ze behoefte aan? Hoe kun je ze helpen in hun geloofsontwikkeling, hoe kun je ze bijstaan in de (christelijke) opvoeding van hun kinderen? Anderen hebben het voor ons gedaan, waarom doen wij het niet voor hén? We hebben geld, tijd en ervaring.

Uit onderzoek blijkt dat het jeugdwerk de laatste jaren binnen de meeste kerken zich hoofdzakelijk richt op het verschaffen van “entertainment en pizza’s”, in plaats van geloofsopbouwend te zijn. Ook veel Evangelische kerken, zeker de ‘zoekervriendelijke‘ kerk, is daar helemaal op ingericht. Niet op (ongelovige) mensen die daadwerkelijk zoekende zijn – die komen de kerk helemaal niet binnen.

Daardoor zijn jongeren volgens het onderzoek slecht voorbereid op wat ze op hun pad kunnen vinden, als ze eenmaal het huis uit gaan. Het is dan geen wonder dat sommige jongeren het geloof kwijtraken, als ze er in de eerste plaats al nooit erg diep in geworteld waren.

Ook mijn generatie is hier door gedeeltelijk al getroffen (zie eerder) en we dragen, als we overdracht doen van het geloof, een slap aftreksel over aan onze jeugd. De ‘millenials’ zijn daardoor opgegroeid met een geloof dat onvoldoende geworteld is in Gods Woord. En we weten toch wat er gebeurt als geloof geen wortel schiet (Matteüs 13:3-9)? Het is, nog stééds, aan ons om het zaad te zaaien, om de grond voor te bewerken voor het ontvangen van het zaad. Die opdracht (Marcus 16:15) houdt nooit op.

Is het allemaal onze schuld? Nee. Zoals gezegd – wij werden, met de beste bedoelingen, gepamperd en verwend. Geloven, naar de kerk gaan, hoorde gewoon bij de opvoeding, het was een ‘gewoonte’ voor veel mensen om naar de kerk te gaan en de kinderen naar de christelijke school te sturen en af en toe eens naar een programma van de EO te kijken,.. Zoals Knevel constateert haakt mijn generatie voor een groot deel nu “opeens” af. Maar in mijn optiek zijn daar dus wel degelijk redenen voor.

Persoonlijk geloof ik dat het nog niet te laat is. Onze kinderen en (toekomstige) kleinkinderen kunnen we toch niet verloren laten gaan? Zorg voor kennis, bij jezelf en draag het over: “Door de waarheid hoog te waarderen en aan anderen te onderwijzen, leidden de door de Geest geleide christenen veel mensen tot geloof in Christus.

Zoals eerder aangehaalde onderzoeken laten zien:

Een van de belangrijkste factoren in de kwestie of jongeren vasthouden aan hun Christelijke geloof is de invloed van hun ouders is. Het is zoals Spreuken zegt: “Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is” (Spreuken 22:6).

Uit één onderzoek bleek dat wanneer beide ouders geloven en actief zijn in de kerk, 93% van hun kinderen blijft geloven. Wanneer slechts één ouder gelooft, bleef 73% van de kinderen geloven. Wanneer geen van beide ouders specifiek actief met het geloof bezig was, bleef slechts 53% van hun kinderen geloven. In gevallen waarin geen van beide ouders actief was en slechts sporadisch een kerk bezocht, zakte het percentage naar slechts 6%.

Wanneer ik de klacht hoor ‘de kerken lopen leeg’ is bij mij dan ook altijd de eerste gedachte: “en wat doe je daar aan?”. Klagen en jammeren helpt niet. En zelf de (kerk)deur achter je sluiten al helemaal niet. Wij zijn door onze voorgaande generatie ‘gedragen’ in het geloof en ze hebben hun stinkende best gedaan ons op de weg van de Heer te brengen én te houden. Doe dat ook voor jouw kind(eren), kleinkinderen en andere jonge mensen om je heen. Zijn we daar niet toe bereid dan is de Gemeente van Christus ten dode opgeschreven.

Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?” (Lukas 18:8, NBV)

Is de kerk niet relevant?

Sommigen zeggen dat de kerk niet meer relevant is. Dat de kerk moet veranderen om relevant te zijn en blijven. Maar dat heeft het gevaar in zich dat we het zoeken we het in de vorm. Waar het in onze jeugd eigenlijk ook al mis is gegaan. Relevant zijn heeft niets te maken met de activiteiten. Dat heeft te maken met de Boodschap. Met het (Bijbelse) onderwijs, thuis én in de kerk. De prediking. Met gedrag van ons als ouders en grootouders.

Dit zegt Hij, die de zeven Geesten Gods en de zeven sterren heeft: Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood. Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God. Bedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. Indien gij dan niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief, en gij zult niet weten, op welk uur Ik u zal overvallen.” (Openbaring 3:1-3)

Zijn wij wel bekéérd? Zijn wij oprecht overtuigd van het feit dat Jezus Zijn leven voor óns aan het kruishout heeft gegeven? Zijn wij werkelijk vrij geworden door Zijn offer, hebben we ons dat toegeëigend? Als dat zo is, waarom versterken we dan de generatie(s) na ons niet? Waarom laten we hen verloren gaan? Hebben we werkelijk zó weinig interesse in het heil van onze eigen kinderen en (toekomstige) kleinkinderen?

Aan de vrucht herken je de boom (Matteüs 7:17)!

Print Friendly, PDF & Email