Persoon, Goddelijkheid, Werk, Doop en Gaven van de Heilige Geest

Over de Heilige Geest en zijn werk zijn uiteenlopende leringen. Belangrijk is dat we de Bijbel volgen hierin, niet mensen. Laat staan ons eigen ‘gevoel’. Volg het voorbeeld van de mensen uit Berea – Hand 17:1-14.

Bij valse leer gaat het er vaak om dat de leer die gebracht wordt vaak voor het overgrote deel goed is, soms zelfs wel 98-99% Bijbels is. Het is die 1 a 2% die wordt toegevoegd of weggelaten die mensen op een dwaalspoor, een ‘ander evangelie’ brengt. Dat kan er toe leiden dat mensen niet gered worden door een dergelijke prediking of van het Evangelie afdwalen. Ook over de Heilige Geest is er veel lering die Bijbels gezien onjuist is.

De Heilige Geest

afb. De Heilige Geest neerdalend als een duif

Voorbeeld: Een leer die Bijbels is maar mensen de wedergeboorte niet leert door bijvoorbeeld te zeggen dat we ‘uitverkoren’ moeten worden… Waardoor ze hun hele leven lang 99% de Bijbelse leer horen maar nooit wat hen kan redden wordt verkondigd! Een dergelijke kerk of gemeente moet je niet proberen ‘van binnenuit te veranderen’ maar verlaten!

Pneumatologie

Wanneer we spreken over dit onderwerp, de Persoon, Werk, Gaven van de Heilige Geest dan noemt men dat in de theologie de ‘pneumatologie’.

Pneuma = geest, tologie = de studie van, tak van wetenschap
Pneumatologie = de studie van de Geest

De drie (grote) verwarringen op dit gebied zijn

1. een afwijkende leer over “doop met de heilige geest”
2. verkeerd begrip met betrekking tot de gaven van de geest
3. misvattingen over het begin van de gemeente

Persoon van de Heilige Geest

De meeste christenen geloven dat de Heilige Geest deel is van de drie-eenheid. Sommige denken anders; bijv. de sekte van de Jehova Getuigen – zij leren dat de Heilige Geest een onpersoonlijke kracht is.

Naam, persoonlijke voornaamwoorden
De Heilige Geest wordt aangeduid met een ‘naam’ of term die persoonlijkheid aanduidt: Geest. 1 Kor. 2:10; wordt de Heilige Geest genoemd, Luk. 11:13, en tevens Vertrooster, Joh. 14:26. Daarnaast wordt de Heilige Geest met persoonlijke voornaamwoorden (jij, jou, u, het, hij/zij, enz) aangeduid. Joh. 14:16-17.

Intelligentie, gevoel, wil

  • 1 Kor. 2:11 – de Geest van God “weet dingen”, heeft intellect.
  • 1 Kor. 12:11 “zoals hij wil
  • Rom. 8:27 “kent”, “weet wat het denken van de Geest is”
  • Rom. 15:30 – Emoties. Liefde, verdriet: “bedroef de Heilige Geest van God niet”, Ef. 4:30

Handelen

  • Luk. 12:12 – onderwijzen.
  • Joh. 16:8 – overtuigen
  • Hand. 8:29 – aanwijzingen geven, opdrachten.
  • Rom. 8:26-27 – helpen, pleiten voor ons
  • Openb. 2:7 – spreekt

Handelen met betrekking tot de Heilige Geest

  • Hand. 5:3 – liegen tegen de Heilige Geest
  • Hand. 7:51 – de Heilige Geest ‘tegenwerken’ of ‘weerstaan’
  • Ef. 4:30 Bedroef de Heilige Geest niet.

Dergelijke aanduidingen, handelingen en gevoelens worden niet voor een ‘kracht’ gebruikt; vergelijk met de wind of zwaartekracht. De Heilige Geest is derhalve een ‘persoon’ en geen ‘kracht’.

De Goddelijkheid van de Heilige Geest

De Heilige Geest is goddelijk en maakt deel uit van de ‘drie-eenheid’. Het gaat hier immers over de Geest van God, vgl. 2 Kron. 15:1; Ex. 35:31; Rom. 8:14; 1 Kor. 3:16; Matt. 12:28; Ef. 4:30.

  • Matt. 28:19-20 dopen in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest.
  • Hand. 5:3-4. Liegen tegen de Heilige Geest is liegen tegen God.
  • 1 Joh. 5:71. Vader, het Woord (Christus), Heilige Geest

Karakteristieken Heilige Geest

De natuurlijke karakteristieken van God vinden we ook terug bij de Heilige Geest

  1. leven → Rom. 8:2
  2. eeuwig → Hebr. 9:14
  3. alomtegenwoordig → Ps. 139:7
  4. almachtig → Luk. 1:35
  5. alwetend → Joh. 16:13 “alle waarheid”
  6. hij is waarheid → Joh. 16:13; 1 Joh. 5:6 “geest der waarheid”;
  7. heilig → Ef. 4:30 “Heilige Geest van God”

Deze ‘attributen’ of karakteristieken vinden we alleen bij God. Daarom kan het niet anders zijn dat de Heilige Geest (eveneens) God is of, zoals de Bijbel zegt, het de Geest van God is.

Werk van de Heilige Geest

Het werk van de Heilige Geest komen we al in Gen. 1:1-2 tegen “de Geest van God zweefde boven het water”.

  1. De Heilige Geest was actief betrokken in de schepping, Gen. 1:1-2;
  2. De Heilige Geest drijft, werkt door, de profeten de woorden van God te spreken, 2 Petr. 1:20-21
  3. Werk Heilige Geest in relatie tot de Heer Jezus:
    1. Jezus wordt geleid door de Heilige Geest, Matt. 4:1;
    2. hij was vervuld met de Heilige Geest, Luk. 4:1;
    3. opgewekt uit de dood door de Heilige Geest, Rom. 8:11.
  4. De Heilige Geest in relatie tot de mens:
    1. Hij overtuigt de mens van zonde, Joh. 16:7-8;
    2. Hij wijst mensen op Christus, getuigt van Hem, Joh. 15:26. Het is niet de Heilige Geest die centraal staat of moet staan in ons geloof of onze gemeenten maar Christus! Het is onbijbels om de Heilige Geest centraal te stellen.
    3. Hij nodigt de mensen uit tot Christus te komen, Openb. 22:17-18 “Kom!”
  5. De Heilige Geest in relatie tot de Redding van de gelovige:
    1. Bevrijdt van de macht van de zonde, Rom. 8:2; dat betekent niet dat je niet meer zondigt (Rom. 7:19-21) of geen zondaar meer bent maar de zonde heeft geen macht meer over je! Maar wanneer we zondigen kunnen we onze zonde bij de Heer brengen, 1 Joh. 1:9: “Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”, maar dat mag nooit een excuus zijn om te zondigen! Integendeel, Hebr. 10:26; Rom. 6:14-15.
    2. Woont in de gelovige, Rom. 8:9;
    3. Verzegeling van de gelovige, Efe. 1:13.
    4. Verzekering van de redding, het zoonschap, Rom. 8:16
  6. De Heilige Geest in relatie tot het werk van de gelovige:
    1. Geeft kracht, Hand. 1:8;
    2. roept mensen tot de bediening, Hand. 13:4;
    3. leidt het leven en de bediening van de gelovige, Hand. 16:6-9. Wat we hier zien is dat ons eigen plan niet (altijd) het plan van God is, en de Heilige Geesst leidt onmiskenbaar daarin;
  7. De Heilige Geest’s werking in het leven van de gelovige
    1. troosten van de gelovige, Joh. 16:7;
    2. voorspraak voor de gelovige, “Geest Zelf echter pleit voor ons”, Rom. 8:26-27;
    3. maakt ons ‘gelijkvormig’ aan de Here Jezus, Gal. 5:22-23 (vruchten van de Geest)
    4. maakt het ons mogelijk te bidden, prijzen en aanbidden. Efe. 6:18; Fil. 3:3; Efe. 5:18-20; Gevuld zijn met de Geest gaat hier dus mee samen: spreken tot jezelf in Psalmen, liederen, zingen, een lied in je hart.. dit is werk van de Geest in je: “word vervuld met de Geest, en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart”. Vervulling met de geest openbaart zich niet noodzakelijkerwijs in ‘tongen spreken’ of ‘proferen’.. integendeel, het is zichtbaar in dit soort ‘eenvoudige’ zaken, een veranderde levenswijze, een leven gevuld met het denken aan- en prijzen van God. Vgl. Psalm 143:5.

Doop met de Heilige Geest

Er is de nodige verwarring en onjuiste leer over het werk van de Heilige Geest Eén daarvan is de leer over ‘de doop met de Heilige Geest’ – sommigen menen dat een aparte ‘doop met de Heilige Geest’ ná de wedergeboorte nodig zou zijn en gepaard gaat met gaven als spreken met tongen.

Een andere opvatting is dat door de ‘doop met de Heilige Geest’ men deel wordt van de Gemeente. Weer anderen menen dat het slechts een eenmalig gebeuren was.

Er zijn slechts zes verzen in de Bijbel die spreken over de doop met de Heilige Geest

Johannes de Doper, paralelle verzen:

  • Matt. 3:11 – “Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.”
  • Mark. 1:8 – “Ik heb u wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest.”
  • Luk. 3:16 – “Ik doop u wel met water, maar Hij komt Die sterker is dan ik, bij Wie ik niet waard ben de riem van Zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.”

Vragen die we kunnen stellen:

  1. Wie doopt er met de Heilige Geest? Jezus!
  2. Wie worden er gedoopt met de Heilige Geest? Jullie/U. Dat zijn de mensen die bij Johannes luisterden naar zijn prediking.
  3. Waar doopt de Here mee? De Heilige Geest
  4. Wanneer? Vanuit Johannes gezien in de toekomst.

Johannes de Doper vertelde zijn toehoorders dus dat Jezus zou komen om hén te dopen met de Heilige Geest en het is dus niet de Heilige Geest die hier ‘doopt’.

Doop van Jezus

  • Joh. 1:33 – “En ik [Johannes de Doper] kende Hem niet, maar Hij Die mij gezonden heeft om te dopen met water, Die had tegen mij gezegd: Op Wie u de Geest zult zien neerdalen en op Hem blijven, Die is het Die met de Heilige Geest doopt.”

Vragen:

  1. Wie doopt er met de Heilige Geest? Jezus
  2. Waarmee doopt Hij? De Heilige Geest

Wederom: de Here Jezus doopt dus volgens bovenstaande vers mét de Heilige Geest. Jezus zegt tot de discipelen het volgende, en dit is een cruciaal vers:

  • Hand. 1:5 – “want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.”

Vragen:

  1. Wie worden er gedoopt met de Heilige Geest? “U” → de discipelen
  2. Wanneer zal dat zijn? “niet lang na deze dagen”, oftewel “binnenkort”. En volgens de woorden van Johannes de Doper ‘met de Heilige Geest en vuur

Petrus spreekt hier over:

  • Hand. 11:16-17 – het laatste vers dat spreekt over de doop met de Heilige Geest “En ik herinnerde mij het woord van de Heere, hoe Hij zei: Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden. Als God dan aan hen dezelfde gave gegeven heeft als aan ons die in de Heere Jezus Christus geloven, wie was ik dan dat ik bij machte zou zijn God tegen te houden?”

De Heilige Geest komt hier in het bijzonder op “de heidenen”.

Petrus spreekt hierover, zie voor het gebeuren zelf Hand. 10:44-45, omdat er binnen de Joodse gemeente sceptisch gereageerd werd op heidenen die tot geloof komen en hij legt uit dat de Heilige Geest “op dezelfde manier” de heidenen had ‘gedoopt’ net als hij hén, de discipelen, had gedoopt: “ ik herinnerde mij het woord van de Heere”.

Dit duidt al aan dat het geen ‘standaard’ gebeuren was na de wedergeboorte van gelovigen. Er waren er al duizenden tot geloof gekomen en het wonder van Pinksteren was overduidelijk niet herhaald.

De doop met de Heilige Geest had met pinksteren, denk ook aan het vuur als teken daarvan, plaatsgevonden. In Hand. 10:44-45 zien we dan ook dat de ‘doop met vuur’ hier niet herhaald wordt.

Conclusies:

  • Jezus doopt met de Heilige Geest. De Heilige Geest doopt niet zélf;
  • nergens in de Bijbel wordt een gelovige opgedragen te vragen, bidden of zoeken naar de ‘doop met de Heilige Geest’.
  • de doop met de Heilige Geest (en vuur), de uitstorting van de Heilige Geest, was een éénmalig gebeuren, want in Hand. 10-11 lezen we niet over de ‘doop met de Heilige Geest en vuur’ (het vuur als bevestiging er van). Wel bevestigt God hier, door het spreken in talen, dat ook voor de heidenen de Heilige Geest is gekomen en zij deel mogen zijn aan de Gemeente van de Here Jezus.

Wat gebeurde er met pinksteren?

  • De Heilige Geest bevestigde de gemeente van de Here Jezus (de discipelen).
  • Gelovigen werden vervuld met de Heilige Geest vanaf dat moment – Hand. 2:4.
  • de Apostelen spraken in andere talen.
  • De gelovigen werd kracht gegeven om het Woord van God te spreken – Hand. 4:31
  • Mensen werden gered, gedoopt en tot de gemeente toegevoegd, Hand. 2:41.

Er is geen enkel vers dat de gedachte steunt dat we moeten zoeken naar de ‘doop met de Heilige Geest’

Gaven van de Geest

Begin 1900 begon de pinksterbeweging, de charismatische beweging in de jaren 70. De pinksterbeweging is een denominatie (kerkgenootschap(en)) geworden, de charismatische beweging manifesteert zich binnen verschillende kerken en gemeenten. Overeenkomst tussen beide is de nadruk op o.a. tongentaal en genezingsbedeiningen. Maar er zijn zo veel méér gaven van de Geest in de Bijbel.

Wat zijn de gaven van de Geest?

Gaven die God heeft gegeven ten behoeve van de gemeente. De gaven dienen gebruikt te worden tot Gods Eer.

  • Niet voor de mens persoonlijk maar voor (de opbouw van de) gemeente. 1 Kor. 12:7;
  • Er is variatie in de gaven, 1 Kor. 12:4; 1 Kor. 12:29-30

Elke gelovige heeft op zijn minst één gave van de geest. Vaak meer! Er zijn drie opsommingen over de gaven te vinden. In totaal zijn er 16 verschillende gaven genoemd.

  1. Rom. 12:6-8
  2. 1 Kor. 12:4-10
    N.b. In deze verzen zien we de Geest, Here (Jezus) en God de Vader genoemd, oftwel Vader, Zoon en Heilige Geest
  3. 1 Kor. 12:28

De 16 gaven zijn:

  1. Profetie – het ‘spreken van de waarheid’. Toekomst, heden, (profetische uitleg) verleden. Velen zijn van mening dat profetie over de toekomst heeft afgedaan;
  2. Bediening (“dienstbetoon”, HSV) – anderen dienen in het voorzien van hun nood, zorg verlenen in brede zin;
  3. Onderwijs – onderwijs vanuit- en over het Woord;
  4. Bemoedigen – anderen bemoedigen en steunen, aanmoedigen, om bijv. geestelijk te groeien;
  5. Uitdelen – geld, materiele zaken, tijd, aandacht. Een breed begrip! Anderen ondersteunen in hun behoefte en nood in de breedste zin;
  6. Leiding geven – een leider die op gezonde manier mensen coacht en met wijsheid kan leiden binnen de gemeente;
  7. Ontfermen, ‘genade’ – delen in het lijden van anderen en je over de ander ontfermen en steunen; medelijdend met anderen;
  8. Woord van Wijsheid – iemand die met een woord van wijsheid kan leiden in de dagelijkse zaken vanuit de Bijbel/geloof;
  9. Woord van Kennis – de Waarheid begrijpen, de ‘mysterieën van God’ zoals we die in de Bijbel soms tegenkomen kunnen duiden en uitleggen. Eén van de gaven die regelmatig verkeerd wordt uitgelegd en een misbruikte term alsof men ‘geheime kennis over mensen’ zou krijgen of hebben (dat is tovenarij!).
  10. Geloofelke gelovige heeft deze gave in meer of mindere mate. Maar wie werkelijk de ‘gave van Geloof’ heeft heeft een geloof en vertrouwen in God’s Woord en beloften die boven alles uit stijgt.
  11. Gaven van Genezing – deze gave, zoals deze in het NT voorkwam door de handen van de apostelen, is niet meer. God geeft in bepaalde gevallen nog wel genezing maar deze gave is niet meer in werking vandaag de dag (later meer hierover).
    — Als deze gave nog wel actief zou zijn, dan zouden zij die de gave hebben ‘van ziekenhuis naar ziekenhuis’ gaan om mensen te genezen. Immers: dat zou een enorm getuigenis en bekrachtiging van het Evangelie zijn dat de gebedsgenezers zeggen te prediken!?
  12. Wonderen – dit was eveneens een tijdelijke gave.
  13. Onderscheid van geesten – onderscheiden van waarheid en leugen in leer, leven enz. Vaak in Nederland ook met de Engelse term, “discerment”, aangeduid. Overbodig om dat te doen overigens.
  14. Tongen (HSV: Talen) – een tijdelijke gave, nodig om te kunnen spreken in een andere taal als getuigenis (aan de Joden, om te laten horen –letterlijk– dat het Evangelie ook voor andere volken bestemd was) en/of om het Evangelie te verkondigen. De ‘tongentaal’ is altijd een bestaande taal, geen ‘engelentaal’ of ‘geheime taal’ – immers het kon ook vertaald worden.
  15. Interpretatie van Tongen (HSV: Talen)– vertalen of uitleg van de, in een andere taal, gesproken woorden zodat iedereen weet wat er is gezegd;
  16. Hulpverlening – anderen in nood, lichamelijk of geestelijk, helpen.

Charismatische- en Pinksterbeweging

De vraag is: zijn álle gaven nog beschikbaar voor de gelovigen vandaag? De Bijbel zegt hierover, in 1 Kor. 13:8-10 bijvoorbeeld:

De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben;tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben. Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.

De gedachte is dat, nu we ‘volkomen kennen’ (door het Woord, de Bijbel) dit heeft afgedaan2. De vraag is, of dit nu al zo is? Sommigen menen immers van niet? We kunnen de gaven indelen in twee verschillende soorten gaven:

  • de ‘teken-gaven’ → tongen, tekenen, wonderen;
  • de dienende gaven → deze gaven zijn permanent; nergens wordt genoemd dat ze hebben ‘afgedaan’.

De Teken-gaven

Er is geen discussie over mogelijk dat deze gaven voorkwamen in het NT. Maar wat was het doel van deze gaven? Als we dat weten, weten we ook of ze vandaag nog werkzaam zijn.

Jezus deed wonderen en tekenen. De discipelen ook. Het onderstreepte dat hun kracht en boodschap van de Here God, de Here Jezus, kwam. Als gevolg van de uitstorting van de geest kwamen daardoor 3.000 mensen tot geloof. Mark. 16:20: “Doch zij gingen heen en predikten overal, terwijl de Here medewerkte en het woord bevestigde door de tekenen, die erop volgden.”, zie ook Hebr. 2:4.

De teken-gaven onderstreepten dat:

– de boodschap van God Zelf kwam, dat Hij deze bevestigde!
– dat de boodschappers in dienst van de Here stonden.

Naar- of aan wie ondertreepte God de boodschap? Voor wie was deze bevestiging van de Boodschap bedoeld?

Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid” (1 Kor. 1:22-23).

Wie de Handelingen bestudeerd en let op wanneer en waar tekenen, tongen, wonderen zich openbaarden ziet de volgende vier zaken:

  1. de Joden (die tekenen verlangen!) waren altijd aanwezig bij dergelijke voorvallen;
  2. altijd minimaal één van de Apostelen was aanwezig;
  3. het zorgde dat het Evangelie voortgang had, het bevestigde de booschap. Ze waren nooit tot redding van mensen maar onderstreepte de prediking zodat mensen geloofden en gered zouden worden; vgl. Hand. 19:11-12; 20.
  4. de teken-gaven waren tijdelijk. Hoe verder we komen in het NT, hoe minder we zien van de teken-gaven; vgl. Tim. 4:20; Gal. 4:13; 1 Tim. 5:23.

Tongentaal

1 Kor. 13:8-10 – “tongen zullen verstommen”. Toen dit geschreven werd, was er alleen nog maar het OT en het NT verre van compleet. Woorden van kennis, profetie en tongen waren derhalve noodzakelijk.

Sommigen zijn van mening dat het ‘volmaakte’ in deze verzen wijst op de Here Jezus en Zijn wederkomst. Als dat zo zou zijn, zou het ‘volmaakte’ (teleios, Strongs <5046>) op zijn minst met een Hoofdletter zijn geschreven, ..

De NET.Bible vertaalt ‘volmaakte’ in de voetnoot met “compleet” of “volwassenheid” (Strongs, vgl 1 Kor. 2:6; 1 Kor. 14:20: “wordt in het verstand volwassen.”, Kol. 1:28 enz.).

De volwassenheid is ook niet in de mannelijke, of vrouwelijke, vorm maar onzijdig. Als het over de Here Jezus zou zijn zou het toch op zijn minst in de mannelijke vorm zijn. Het woord teleios komt van Telos (Strongs <5056>) = eind, compleet, vervuld, enz.

Teleios, zoals het vaak wordt vertaald, betekent “volmaakt”, en zet daarmee deze regel uit Jezus’ antithesen in Mattheüs 5 neer als “Wees daarom volmaakt , zoals uw hemelse Vader volmaakt is ” (Mattheüs 5:48). [..] Het woord telos, dat zowel door oude als hedendaagse auteurs wordt gebruikt om het levensdoel van een wezen aan te duiden, de perfecte plek aan het einde van hun traject.”3

Het gaat hier dus uitdrukkelijk niet over de Here Jezus en Zijn komst maar het volwassen worden van de Gemeente, de Kerk, van Christus Jezus. Dit moment is bereikt toen de Here aan Johannes in de Openbaring Zijn “laatste woorden” bekend maakte aan ons. Daarom ook dat we lezen:

Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.” (Openb. 22:18-19)

Tongentaal en profetie zijn ‘toevoegingen’, veelal als openbaringen en woorden van de Here gepresenteerd terwijl de schrift leert dat deze hebben afgedaan. De tongentaal die we tegenwoordig in kerken en gemeenten horen voldoet ook niet aan de Bijbelse norm; in de Bijbel lezen we over talen die verstaan, begrepen en vertaald konden worden. De tegenwoordige ‘tongentaal’ is glossolalie4, onverstaanbaar gebrabbel.

Engelentaal

Om dit recht te praten noemt men het “engelentaal”; maar dit is volstrekt onbijbels en onhoudbaar. Paulus sprak in ‘tongentaal’ en zei: “al was het dat ik met de taal van Engelen sprak” (1 Kor. 13:1) – zijn ‘tongentaal’ was derhalve verstaanbaar, in een bestaande taal!

Onvolledig kennen

Het onvolledig kennen heeft dus alles te maken met het feit dat én de gemeente nog niet tot volwassenheid was gekomen, niet ‘volmaakt’ was, én het geschreven Woord nog niet volledig was. Nog niet het Evangelie op schrift was gezet.

Wat leert de Bijbel over Tongen?

  1. ze zijn verstaanbaar, een bekende taal, Hand. 2:7-11;
  2. het is een teken voor de ongelovigen, in het bijzonder Joden, 1 Kor. 14:22; Hand. Hfst. 10, 19.
  3. de tongen zullen hebben afgedaan, zie eerder.
  4. de Bijbel legt zeer weinig nadruk op het spreken in tongen.
  5. de Bijbel geeft stricte regels m.b.t. het spreken in tongen:
    twee tot drie mensen mogen in tongen spreken. 1 Kor. 14:47;
    – er mag alleen om beurten worden gesproken, niet tegelijk.
    – één persoon moet vertalen.
    – als er geen vertaler is mag er niet in tongen worden gesproken. 1 Kor. 14:28
    – vrouwen mogen niet (in tongen) spreken, 1 Kor. 14:34

De nadruk op de tongentaal in de pinkster- en charismatische beweging is onbijbels. De Bijbelse regels worden niet nageleefd, dit is omdat dat ook niet kan omdat de ‘tongen’ van tegenwoordig niet de talen uit de NT’ische tijd zijn! Het is een ‘feelgood’ verschijnsel dat geen enkele relatie met de Bijbel en de Bijbelse gemeente heeft en daarom in kerkdiensten niet toegestaan zou moeten worden.

De praktijk van de ‘tongentaal’ is daarom niet van God. Het is een door mensen gedane immitatie van de talen en gave van de Geest zoals deze in het NT voorkwam of, op zijn ergst, een immitatie van de tegenstander van God.

Gave van Genezing

Het is onmiskenbaar dat God mensen geneest als dit Zijn wil is. Maar is er (nog) sprake van de ‘gave van genezing’ zoals sommige claimen te hebben? Als gebedsgenezers werkelijk deze gave hebben, waarom gaan ze dan niet van ziekenhuis naar dokterspost naar verpleeghuis, om uit te delen van de gave die God hen heeft gegeven? Zónder “met de collecteschaal” rond te gaan…? Hebben zij deze gave ontvangen tot eigen eer, om rijk te worden? Of, .. is er sprake van regelrechte fraude?

In de Bijbel worden achttien genezingswonderen genoemd waar de Here Jezus mensen geneest. Hij geneest hen waar Hij hen tegenkwam en hield geen ‘gebedsgenezingsdiensten’. De Here Jezus genas de mensen voor niets. Gratis! Hij stelde geen eisen. Hij werd er niet rijk van, integendeel.

Genezing door de Apostelen

In Mark. 16:17-18 wordt genezing genoemd als gave gegeven aan de apostelen. Voor de gave van genezing geldt, net als tongentaal, dat deze gave niet meer werkzaam is.

Ook in het NT lezen we al dat mensen ziek zijn of worden: 2 Kor. 12:8-9 (Paulus), Fil. 2:25-27 (“ziek tot de dood”); 2 Tim. 4:20; Gal. 4:13; 1 Tim. 5:23. De claim dat bij ongeloof er geen sprake kan zijn of zal zijn van genezing is daarom, Bijbels gezien, hierdoor onhoudbaar. Het standpunt dat de gave van genezing niet meer in werking is echter wél!

Inwoning en Vervulling met de Geest

Zijn de inwoning en vervulling met de Geest hetzelfde of is er een verschil? De inwoning vindt plaats op het moment van de bekering en de gelovige wordt vervuld met de Geest.

Inwoning van de Geest

Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.” (Rom. 8:9)

vgl. ook 1 Kor. 6:19; 2 Tim. 1:14.

Zodrá een mens tot geloof komt, woont de Heilige Geest in deze mens, is de Heilige Geest in deze mens gekomen.

In het O.T. kwam de Heilige Geest óp de mens te liggen, vgl. bijv. Richt. 13:24-25, 1 Sam. 16:13-14; en “kwam en ging”, in het N.T. is dat anders – de Geest wóónt in een mens en verlaat de mens na de bekering niet meer.

Dit is een eenmalig gebeuren.

Vervulling met de Geest

word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, (Ef. 5:18)

Wie ‘gevuld is met de drank’ wordt daardoor gecontroleerd (in negatieve zin). Daartegenover stelt Paulus de controle van de Heilige Geest – de Heilige Geest controleert elk aspect van ons leven mits wij ons daaraan onderwerpen! De vervulling is om te dienen en getuigen van Christus. Als we niet vervuld zijn met de Heilige Geest is ons leven géén getuigenis naar de wereld om ons heen.

  • doof de Geest niet uit, 1 Tess. 5:19;
  • bedroef de Heilige Geest niet, Efe. 4:30;
  • strek je uit naar de vervulling met de Heilige Geest:
  • belijd de zonde
  • geeft de Heilige Geest de controle, stel je onder Zijn leiding;
  • vraag God je te blijven vervullen met Zijn Geest, Jak. 4:3

De vervulling met de Heilige Geest is een herhalend proces. We moeten altijd zoeken hier naar, door de zonde te belijden en God’s aangezicht te zoeken. Efe. 5:18.

____________

1 tussen [..] in nieuwe NBG-vertalingen, komt niet voor in EBV24 (vertaling Peshitta).
2 Zie ook: https://bijbelstudie.info/feilbare-profetie-gave-van-genezing-tongentaal-en-de-bijbel/
3 Teleios, Office of undergraduate Research, Northwestern University
4 https://nl.wikipedia.org/wiki/Glossolalie