In Jesaja 42 lezen we over “de Knecht van de Here”, die de mensheid zal redden. In Jesaja 49 tot 53 wordt deze meerdere keren naar voren gebracht. Wie was die “Knecht van de Here”?
“Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik heb Mijn Geest op Hem gelegd. Hij zal tot de heidenvolken het recht doen uitgaan.” (Jes. 42:1)
Jesaja
Jesaja wordt beschouwd als een van de grootste profeten in de Joodse en Christelijke tradities. Zijn profetie omvat waarschuwingen voor oordeel over de goddelozen en beloften van verlossing voor de gelovigen. Hij sprak ook over de komst van de Messias en het herstel van Gods koninkrijk.
Er is beperkt informatie beschikbaar over Jesaja’s familie. Hij werd geboren en woonde in Jeruzalem, de hoofdstad van het Koninkrijk Juda. Jesaja’s geschriften hebben een diepgaande impact gehad. Hij wordt door zowel Joden als Christenen als een belangrijke profeet beschouwd die sprak over Gods gerechtigheid, genade en verlossing.
De Knecht van de Here
Eén van de onderwerpen in dat verband is de “Knecht van de Here”. Elke keer leren we meer over Hem, totdat de meest volledige beschrijving van de Knecht en Zijn werk (uiteindelijk) wordt gepresenteerd in Jesaja 53.
In Jesaja 49 wordt de Dienaar door God verteld dat Zijn werk niet beperkt zal zijn tot de redding van mensen van geloof in Israël. Hij moet ook een licht zijn voor de heidenen, “opdat Gij mijn heil moogt zijn tot aan het einde van de aarde” (Jesaja 49:6). In Jesaja 50 spreekt de Dienaar over Zijn lijden, maar zonder aanwijzing van de reden voor dat lijden.
Dit brengt ons bij de passage over de ‘Dienaar’, de Knecht: Jesaja 52:13-53:12. Deze passage is een lied dat bestaat uit vijf strofen van elk drie verzen. Elke strofe is essentieel voor het volledige begrip van de passage. De gedachte kan het beste worden begrepen als we de leer van deze strofen in volgorde uiteenzetten.
- De Knecht zal worden verhoogd ondanks Zijn grote lijden, dat is voor de redding van de volken (Jesaja 52:13-15).
- De Knecht wordt verworpen door mensen die geen schoonheid in Hem zien (53:1-3).
- De Knecht lijdt als een plaatsvervanger die onze zonden draagt en onze redding koopt (53:4-6).
- Het lijden van de Knecht strekt zich zelfs uit tot een plaatsvervangende dood (53:7-9).
- De Knecht zal door Zijn lijden Zijn volk rechtvaardigen en Zijn eigen verhoging ontvangen (53:10-12).
Deze passage presenteert ons het werk van de Knecht van God, Jezus Christus. Er is niemand anders naar wie dit kan verwijzen. Je zou bijna denken dat het is geschreven door iemand die aan de voet van het kruis stond, in plaats van door iemand die eeuwen eerder leefde. Zelfs vandaag de dag, met de rijkdom aan Nieuwtestamentische leringen tot onze beschikking, wenden we ons tot deze passage wanneer we het werk van Christus willen beschrijven!
Hier zien we dat God Jesaja in staat stelde de kloof in de tijd te overbruggen en de Gemeente van God de verzekering te geven dat de Here volmaakte redding voor Zijn volk zou bieden.
Messiaanse Tijdperk
Jesaja eindigt zijn profetie in Hoofdstuk 60-66 door de zegeningen te beschrijven die Gods volk in de komende tijd te wachten staan. In die tijd zal God Zion zeer verheerlijken, waardoor alle volken naar haar toe zullen komen. De Knecht zal Degene zijn door Wie dit zal worden volbracht.
Het is door Zijn bediening dat zegeningen naar Zion komen, grotere zegeningen dan ooit eerder op het aardoppervlak zijn gezien. Als voorbeeld vertelt God hen dat in die tijd, het zal geschieden, dat voordat zij roepen, Hij zal antwoorden; en terwijl zij nog spreken, Hij zal horen, Jesaja 65:24.
Tegelijkertijd zal het Messiaanse Tijdperk echter een tijd van vernietiging zijn voor de vijanden van God. En de profeet moet het feit onder ogen zien dat Israël als natie het verbond dat God met haar heeft gesloten, heeft verbroken. De Joden worden daarom verworpen, hoewel Gods zegeningen op Zijn volk worden gepresenteerd in het beeld van de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde.
Nieuwe Testament
Deze laatste hoofdstukken van Jesaja’s profetie brengen ons dichter bij het Nieuwe Testament dan enig ander deel van het Oude Testament. We kunnen zelfs zeggen dat ze ons in het Nieuwe Testament plaatsen.
Het is niet voor niets dat bijbelcritici juist dit gedeelte van Jesaja niet aan hem toeschrijven maar aan “een 2e of zelfs 3e” auteur of “redacteuren”. Want: zij willen niet toegeven dat het Woord van God de komst van de Messias al honderden jaren voor dat Christus zich openbaarde was aangekondigd door Jesaja.
Dergelijke claims zijn echter onhoudbaar, vergelijk dit artikel. In het bijzonder omdat, zelfs al zóu het door iemand anders zijn geschreven, het nog altijd rúimschoots voor de komst van Christus op papier is gezet. Bewijs hiervoor is er in overvloed – denk alleen al aan de Dode Zeerollen. Ontkennen dat Jesaja het heeft geprofeteerd heeft dus geen enkele toegevoegde waarde, integendeel.
We hoeven helemaal niet verbaasd te zijn dat christenen deze hoofdstukken zo waardevol hebben gevonden. Maar het mag daarom ook niet verbazen dat de tegenstander(s) van het Evangelie juist dit gedeelte van Jesaja “omstreden” hebben verklaard en zelfs proberen te verwerpen of ter discussie willen stellen.
Maarten Luther zei dat elke christen Jesaja 53 uit het hoofd zou moeten leren. Dat gaat voor veel mensen wellicht wat ver en is te veel gevraagd maar neem er op zijn minst eens goed kennis van?
God gebruikte Jesaja, de zoon van Amoz, op wonderbaarlijke wijze om de waarheid te presenteren dat het Oude Testament bestaat om mensen naar het Nieuwe te wijzen.
Bereid de Weg van de Here
Ps. In het verleden heb ik over Jesaja 40:1-8 een Bijbelstudie gehouden, zie deze blogpost.
_____
Bewerking op basis van:
– “A Christian Survey of the Old Testament”, Mount Zion Bible Institute, Chapel Library
– BiblePics, DeepAI Images