Regelmatig zie ik artikelen voorbij komen over de zondvloed en de geologische argumenten die er voor zouden zijn. De Bijbel leert volgens creationisten dat er duidelijk een wereldwijde zondvloed is geweest.
⇒ Dit is een samenvatting.
⇒ Download hier het volledige (oorspronkelijke) artikel (PDF)
Answers in Genesis is één van de bekende verdedigers van dit standpunt.
The Flood of Noah’s day (2348 BC) was a year-long global catastrophe that destroyed the pre-Flood world, reshaped the continents, buried billions of creatures, and laid down the rock layers. It was God’s judgment on man’s wickedness and only eight righteous people, and representatives of every kind of land animal, were spared aboard the Ark. (Answers in Genesis)
Dit leidt er toe dat allerlei geologische verschijnselen of waarnemingen worden toegeschreven aan ‘De Zondvloed’. Maar is dat een houdbare positie, wetenschappelijk maar bovenal Bijbels gezien?
De Zondvloed
Answers in Genesis zegt:
“God’s record is clear: the water covered the entire globe and killed all the animals on earth.”
Met andere woorden: de hele wereld stond minimaal een paar kilometer onder water volgens Answers in Genesis.
Immers, uitgaande van de berg Ararat (5 kilometer hoogte) waar Noach’s reis eindigde maal de wereldoppervlakte (510.000.000 km2) betekent dit dat het watervolume minimaal 2,55×10¹² m3 (2,5 miljard m3) moest zijn daarvoor.
De populaire aanname is dat de Ark van Noach op de ‘top van de berg’ Ararat was gestrand. Vandaar mijn bovenstaande berekening. Daar valt echter wel een aantekening bij te plaatsen:
Het verschil tussen deze vertalingen van Genesis 8:4 (de Nieuwe Bijbelvertaling en de Statenvertaling) is duidelijk: in de NBV is Ararat de naam van een gebergte, in de SV is het de naam van een landstreek. Dat het tweede correct is, blijkt uit andere Bijbelpassages waarin het woord valt: 2 Koningen19:37 (Jes. 37:38) en Jeremia 51:27. Ararat is de Hebreeuwse weergave van Urartu, een koninkrijk in het oosten van het huidige Turkije. Dat roept de vraag op wáár in dat land volgens de auteur van Genesis de Ark aan land liep. (Aantekeningen bij de Bijbel)
Het water kan niet van buitenaf (het heelal) zijn gekomen. Water in het heelal bevat veel meer deuterium dan het water op aarde. Dan zouden we daar, denk ik, op zijn minst sporen van moeten terugvinden. Wetenschappers zijn ook nog steeds aan het zoeken naar “de oorsprong van water op aarde”. Want, ze moeten de evolutietheorie nog steeds waterdicht krijgen 😉 Immers: zonder water geen leven.
Vooringenomen discussie
Een recente discussie over dit onderwerp was aanleiding mij verder te verdiepen in het onderwerp van de Zondvloed. Hoewel in de discussie diverse interessante stellingnames werden geponeerd waren er slechts weinige die ik steekhoudend vond.
In mijn ogen wordt door Answers in Genesis en andere (jonge aarde) creationisten uitgegaan van een vooringenomen opvatting, gebaseerd op een bepaalde vorm van exegese en vertaling, en bewijs gezócht voor een wereldwijde vloed c.q. ten onrechte wat zij waarnemen toegeschreven hieraan.
Het is, in mijn ogen, dezelfde vooringenomenheid waar ook evolutionisten zich vaak schuldig aan maken. Vanuit een aanname onderzoek doen is iets anders dan de waarneming en feiten voor zich laten spreken. En deze tegenstellingen, als zou de Bijbel de wetenschap volledig uitsluiten of verwerpen, of andersom, zijn onnodig.
Wanneer je het een en ander objectief beschouwt zou het geologische bewijs dat men aanvoert voor de evolutie-theorie én voor de Zondvloed-opvattingen zoals de creationisten die aanhangen misschien wel eens heel anders geïnterpreteerd moeten- of kunnen worden.
Water over de hele wereld?
In Genesis 41:57 lezen we
“En de gehele wereld kwam naar Egypte om bij Jozef koren te kopen, want de honger was sterk op de gehele aarde.”.
En in Romeinen 1:8 zegt Paulus:
“omdat in de gehele wereld van uw geloof gesproken wordt.”
We weten van beide verzen dat we dit niet letterlijk kunnen nemen als in dat daadwerkelijk de bevolking uit, ik noem maar iets, Zuid-Amerika of vanaf de Noordpool bij Jozef eten kwam kopen of in de tijd van Paulus al met het Evangelie bekend waren. Dat is simpelweg niet aan de orde.
Sommigen éisen dat je dit accepteert omdat je anders ‘de bijbel verwerpt’. Maar dan ga je volledig voorbij aan de normale exegetische principes.
De vertaling van Genesis 41 en Romeinen 1 kan dan ook niet correct zijn als in dat hier de hele wereld, de complete wereldbevolking, bedoeld wordt. Integendeel.
– als daadwerkelijk de gehele wereldbevolking uit de tijd van Jozef eten kwam kopen in Egypte, hóeveel eten had daar dan wel niet opgeslagen moeten zijn? Ga eens gemakshalve uit van een paar miljoen mensen die zeven jaar lang gevoed moeten worden, hoeveel graan heb je daarvoor nodig, is het redelijk te verwachten dat Egypte in staat was in de zeven daaraan voorafgaande jaren dat te produceren náást het voeden van het eigen volk?
– als dat is wat Paulus bedoelde dan zat het werk er op toch, dan was de zendingsopdracht van Jezus (Mattheüs 28:19) vervuld? Dan was de hele wereld bekend geweest met het Evangelie. Waarom hebben dan de andere apostelen, hun leerlingen, al die Evangelisten en zendelingen nog zoveel moeite gedaan (tot op de dag van vandaag) om het Evangelie te verkondigen? De kerkgeschiedenis is daar helder over. En er zijn nog steeds onbereikte volken en stammen in deze wereld(!). De zendingsopdracht is nog steeds geldig.
In Gen. 7, waar de Vloed beschreven wordt, lees je in onze vertalingen dat het de aarde betrof. Wat (naar mijn mening) ook als ‘land‘ vertaald kan worden, en dat wordt op heel veel andere plaatsen ook zo gedaan in de Bijbel. Het is dus, Bijbels gezien, niet noodzakelijk het te vertalen als de [gehele] wereld of op zijn minst zo, letterlijk, op te vatten.
Petrus schrijft echter in 2 Petrus 3:6 over de zondvloed, zo kun je tegenwerpen:
“Daardoor is de wereld die er toen was, vergaan, overspoeld door het water.”
Petrus gebruikt hier het woord ‘kosmos’, waarvan de 1e betekenis is: “een passende en harmonieuze regeling of constitutie, orde, regering” maar in Bijbelse zin consequent vertaald wordt als ‘wereld’.
De herkomst van Grieks kósmos is onbekend. Voorgestelde etymologieën zijn o.a.:
a) uit oorspr. *khóth-mos bij de onzekere wortel pie. *ghedh- ‘verenigen’, zie → gade;
b) verband met Latijn cēnsēre ‘beoordelen, schatten’, zie → censuur;
c) verband met Latijn corpus ‘lichaam’, zie ook → corpus;
d) verband met Grieks kompsós ‘geestig’, maar geen hiervan is overtuigend.
We lezen hier dat Petrus specifiek spreekt over ‘de antieke <archaios> wereld <kosmos>’ of beter de ‘antieke orde’ of wellicht de ‘antieke oorsprong’. Dit is ook in overeenstemming met buitenbijbelse beschrijvingen van de zondvloed.
Het was de ‘antieke’, toenmalige, bekende wereld -in mijn ogen- die vergaan is.
De Zondvloed
Ik vind het opmerkelijk dat zo krampachtig vastgehouden wordt aan een Zondvloed die daadwerkelijk compleet, wereldwijd, “de hele wereld onder water gezet” zou moeten hebben.
De vraag die ik heb, die ontstaat, is ontstaan door de vertaalmogelijkheden. Die dwingen niet tot een opvatting dat letterlijlkl “de hele wereld” onder water stond maar kan ook worden vertaald als “het hele land” of het gebied. Daarnaast zijn er geschiedkundige en praktische bezwaren.
Vanuit de vooronderstelling dat het letterlijk de hele wereld betreft echter en dat die onder water heeft gestaan wordt vervolgens gezocht naar bewijzen.
Het probleem dat daardoor ontstaat is kokervisie. Als je uitgaat van een bepaald vertrekpunt wordt daar alles op aangepast.
Dat is onwetenschappelijk (nog afgezien van het probleem dat er volgens de wetenschap geen geologisch bewijs voor een letterlijke wereldwijde zondvloed is) en de tekst van de Bijbel vraagt die benadering ook niet.
Hoofd- en Bijzaak
Belangrijk is, in mijn ogen, dat we in discussies hierover niet verzanden in bijzaken en in die bijzaken ook nog eens heel veel energie in steken. Want dat is wel wat gebeurd. Mensen steken veel tijd, middelen en geld in onderzoek om te bewijzen dat de zondvloed precies zo is gegaan zoals zij het interpreteren of verstaan vanuit de Schrift.
Want de hóófdzaak is dat dit verhaal ons leert dat wie luistert naar God behouden wordt uit het verkeerde geslacht:
“En met veel meer andere woorden legde hij getuigenis af en spoorde hij hen aan met de woorden: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht!” (Handelingen 2:40).
Persoonlijk zou ik dan ook liever zien dat we onze tijd, middelen en geld zouden inzetten om precies dat te bereiken: dat mensen worden behouden uit (ook) ons verkeerde geslacht.