Als honden die om voedsel bedelen

Vroeger hadden mijn ouders een boek “Kruimkens onder ‘s Heeren tafel”. Ik vond het maar een grappige titel voor een boek, als kind. Een titel die ik ook nooit vergeten ben. Het verwijst naar het verhaal van de Kananese vrouw, die refereert aan de honden die om voedsel bedelen.

honden die om voedsel bedelen (Image by Fran • @thisisfranpatel from Pixabay)
(Image by Fran • @thisisfranpatel from Pixabay)

De Kananese vrouw komt bij Jezus om genezing voor haar dochter af te smeken (Matteüs 15:21-28). In vers 27 lezen we haar bekende uitspraak: “Ja, Heere, maar de hondjes eten ook van de kruimels die er vallen van de tafel van hun bezitter.” (Matteüs 15:27, HSV).

Jezelf vergelijken met een hond die om voedsel bedelt. Volgens Jezus bleek hieruit een groot en vasthoudend geloof. Dat is een rotsvast geloof, dat nooit onbeantwoord blijft.

Haar verhaal bewijst dat zelfs in de meest moeilijke en ontmoedigende omstandigheden, zelfs als de Heer niet om je lijkt te geven, zelfs als er geen plaats lijkt te zijn voor jou onder Gods volk, je niet moet opgeven. Jezus stuurt nooit degenen die in geloof tot hem komen weg!

Honden die om voedsel bedelen

We leren uit dit verhaal vijf belangrijke lessen.

  • Ten eerste wordt geloof getrokken door de grootheid van Jezus en gedreven door onze nood, onze behoefte aan hulp van Hem.

Zolang je de grootheid van Jezus negeert, zul je niet in geloof tot hem komen. En zelfs als je komt om te zien wie Jezus is, uit nieuwsgierigheid bijvoorbeeld, moet je óók zien hoeveel je Hem nodig hebt en hoe groot Hij is. Als je dat erkent en ziet kom je in geloof, wordt je getrokken in geloof, tot Hem.

Mensen die denken dat ze alles zelf wel kunnen regelen en zelf de touwtjes in handen willen houden, die geen ‘nood’ kennen hebben Jezus niet nodig (denken ze). Maar de Bijbel leert anders: “Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet” (Spreuken 3:5).

  • Ten tweede, het geloof blijft Jezus volgen, wat de obstakels ook zijn.

Het is moeilijk om te blijven bidden als je gebeden niet door lijken te komen. Het is moeilijk om te blijven geloven als de Heer je niet lijkt op te merken of je willens en wetens lijkt te negeren zoals hij bij deze vrouw deed. Ogenschijnlijk bleef Hij haar maar afwijzen. Maar ze bleef vertrouwen. Ze bleef hoop houden. Ze bleef ‘bidden en smeken’ tot Jezus om haar dochter te redden.

Blijf bidden. Zelfs als er geen antwoord is of lijkt te komen, geen vrede, geen vreugde, geen zekerheid van redding? Geef niet op!

Misschien heb je last van bepaalde leerstellingen of opvattingen die heersen in je kerk of gemeente, van wat raadselachtige zaken waar je maar niet doorheen kunt prikken. Van weerstand van anderen. Maar wat je ook verwart of verontrust, wees zeker van één ding: alle hoop en redding is te vinden in Jezus. Ga naar Hem toe.

Geen enkel obstakel kan voorkomen dat het door God gegeven geloof tot Jezus komt, of het obstakel nu een onbeantwoord gebed is of een slechte behandeling door anderen, een moeilijke leerstelling of een gevoel van onwaardigheid of iets heel anders. Geloof blijft Jezus volgen, wat de obstakels ook zijn.

  • Ten derde stemt het geloof met Jezus overeen, wat hij ook zegt en hoe moeilijk (te begrijpen) dat ook voor ons lijkt te zijn.

Geloof is niet in tegenspraak met Jezus; geloof aanbidt. Spurgeon zegt: “Geloof pleit, maar betwist nooit, zelfs niet tegen het moeilijkste wat Jezus zegt… Echt geloof gelooft alles en nog wat de Heer zegt, of het nu ontmoedigend of bemoedigend is.”

Dit is heel belangrijk. Het echte, zuivere, geloof is het nooit oneens met Jezus, wat Hij ook zegt, maar het geloof accepteert wat Jezus zegt en vindt er dan hoop in.

• Ten vierde, geloof spreekt met Jezus “in Zijn eigen woorden”.

Waar ongeloof slechts een obstakel of een belediging ziet, ziet het geloof een kans. Het geloof weet hoe het met Jezus moet spreken, niet in de zin van het oneens zijn of met hem, maar in de zin van geloven wat hij zegt en dan een argument bouwen op zijn woorden.

Als je geloof in Jezus hebt, praat dan niet over je eigen kwalificaties of over hoeveel je zijn hulp verdient. Neem zijn woorden en zijn grootsheid als de basis om zijn hulp en redding te vragen.

Dat is wat de vrouw hier deed: “Ja, maar Heer! Ook de honden eten mee van de kruimels die op de grond vallen”. Daarmee erkent zij (1) dat wie aan de tafel zitten (Israël) een bevoorrechte positie hebben ten opzichte van de Here, maar wijst er (2) ook op dat zij als heiden (“een hond” in de ogen van de Joden) toch “de kruimels mag oplikken”?

Zij gaat niet in discussie over wat Jezus zegt – integendeel: ze erkent dat het waar is. Ze heeft geen enkel recht, ze kan geen enkele aanspraak doen op Zijn genade. Maar ze weet ook dat dat die genade (het “eten”) zó overvloedig is dat er altijd wel eens iets overblijft, “op de grond valt”. En ze smeekt de Here “Geef mij toch zo’n kruimeltje”. Want ze weet dat zo’n “kruimeltje” al ruim voldoende is om haar dochter te genezen!

  • Ten vijfde, het geloof krijgt de goedkeuring en zegen van Jezus.

Jezus bewoog de vrouw er toe een geloof te laten zien dat heel nederig maar ook dapper was.

Jezus duwde haar tot het punt waarop haar geloof in volle kracht verscheen, en toen deed hij wat hij al die tijd van plan was: Hij prees haar geloof en gaf haar het verlangen van haar hart. “‘Vrouw, je hebt een groot geloof! Het zal gebeuren zoals je wilt” – en haar dochter was genezen.

____
Naar een lezing van dr. David Feddes

Print Friendly, PDF & Email