10 redenen waarom er onverhoorde gebeden zijn

Hoort God onze gebeden altijd zoals Hij beloofde? Ja, dat doet hij. Beantwoordt Hij onze gebeden altijd zoals we zouden willen? Zeker niet! Er zijn wel (meer) dan 10 redenen waarom er onverhoorde gebeden zijn.

Gebed, zegen, bidden en bijbellezen

Onverhoorde gebeden

We zeggen vaak dat gebeden die niet het antwoord krijgen waarnaar we op zoek waren “onverhoorde gebeden” zijn, maar het is belangrijk om te weten dat “Nee” net zo goed een antwoord is als “Ja”.

Het is een ervaring die we allemaal wel eens meegemaakt hebben. Een gebed om iets wat we nodig hebben of graag willen; een andere baan, geld, genezing van ziekte. En het gebeúrt niet! Waaróm niet?

Er zijn een aantal redenen te geven waarom onze gebeden soms niet verhoord worden. Natuurlijk is onderstaande niet volledig. Maar wanneer je gebeden niet verhoord worden, kijk hier dan eens naar en vraag je af: “Is dit op mij van toepassing, op mijn gebeden?”.

1. Een van de belangrijkste redenen waarom God niet positief op onze gebeden reageert, is omdat er onbeleden, opzettelijke of bewuste, zonden in ons leven zijn. Dit zorgt voor een barière in onze relatie met God (Psalm 66:18-19; Jes 1:15-17; Jes 59:2; Zacharia 7:11-13)

2. Een andere reden waarom God onze gebeden misschien niet verhoort, is omdat we soms met de verkeerde motieven bidden. We vragen zaken die God niet groot maken.

We vragen soms egoïstisch om dingen die alleen dienen om ons eigen leven gemakkelijker of aangenamer maken. Het is zeker niet verkeerd om dingen te vragen die ons leven comfortabeler zouden maken, maar we moeten er zeker van zijn dat we niet om dingen vragen die Hem onaangenaam zouden zijn. God wil dat we onze gebeden en verzoeken richten op dingen die ons zullen helpen HEM beter te dienen. Hij wil niet dat we het voorrecht en de zegen van het gebed gebruiken om ons alleen maar op onze eigen wensen en verlangens te concentreren – of deze nu echt goed voor ons zijn of niet. (Jakobus 4:2-3; Matt 6:33; Psalm 37:4; 1 Petr 5:5).

3. Als we een meedogenloze of negatieve houding ten opzichte van anderen in ons hart koesteren, kan God weigeren ons te geven waar we om vragen. Als we anderen niet vergeven, kunnen we zelf ook geen vergeving ontvangen – en wie niet vergeven is, heeft (op dat moment) geen relatie met God! (Markus 11:25; 1 Joh 4:20; 1 Petr 3:7)

4. Soms beantwoordt God onze gebeden niet zoals we willen, omdat Hij ons tuchtigt voor (een of andere) zonde die we hebben begaan.

Ook als de zonde beleden is kan deze nog steeds effect hebben. Denk bijvoorbeeld aan David’s zonde met Batseba. Hij erkende zijn zonde, ze werden vergeven, maar dat nam de gevolgen er van niet weg. Het gebed van David om de gevolgen weg te nemen werd dan ook niet verhoord (2 Samuel 12:13-16).

Dit ervaren we soms ook in ons eigen leven. We kunnen fouten maken, een zonde begaan, die verstrekkende gevolgen heeft. Die zonde kan, als we oprecht berouw hebben en het belijden vergeven worden maar de gevolgen er van moeten we mee leren leven. Die worden dan niet weggenomen. Zo moeten we soms allemaal een kruis dragen. Een kruis dat we vaak ook nog eens zélf veroorzaakt hebben!

In het Oude Testament zien we zelfs dat sommige zonden ‘doorwerkten’ tot in het derde of vierde geslacht (Exodus 20:4-5).

5. Soms gebruikt God onaangename of moeilijke omstandigheden om ons dichter bij Hem te brengen.

Door niet toe te geven aan wat we vragen, kan God ons ertoe aanzetten ons te concentreren op eeuwige en geestelijke waarden in plaats van op fysieke of materiële dingen. God wil dat we gééstelijk groeien.

Wie groeit er geestelijk door materiële zaken? Of door altijd voorspoed te hebben? Wijn komt ook uit de druif als deze “getreden” of geperst wordt. Dat geldt, hoe moeilijk het ook is, soms ook voor ons als mensen. Bedenk daarbij dat God nóóit een te zware last op onze schouders laat rusten (Matteüs 11:28-30).

God maakt op deze manier, aan ons, onze zwakheden bekend, waar we zelfs op kunnen ‘roemen’ als in dat God ons kracht geeft (2 Korintiërs 12:7-10, 2 Korintiërs 4:16-18; Jakobus 1:2-4).

6. Door ons iets niet te geven waar we naar verlangen of om vragen, zegt God misschien “Nee”, zodat er iets veel beters kan worden bereikt.

Wij vragen soms dingen die óns goed lijken maar het is heel goed mogelijk dat God veel grotere of betere dingen wil doen en daarom ons verlangen niet gerealiseerd wordt. Denk eens aan Jozef, die éérst in slavernij en vervolgens (vals beschuldigd) in de cel terecht kwam. Maar dit was nodig omdat God een véél groter plan met hem had dan hij ooit had kunnen dromen of vermoeden.

Zie in dit verband ook Filippenzen 1:12-14. Paulus’ gevangenschap bleek te leiden tot een kans voor het verspreiden van het Evangelie! In boeken en berichtgeving van vervolgde christenen lees je dit ook vaak en dat niet alleen: je leest ook over hun dankbaarheid en vréugde er over!

Voor ons, in onze luxe omgeving in alle vrijheid, onvoorstelbaar. Voor hén is het onvoorstelbaar dat wij zo vreselijk klagen over hoe “zwaar” wij het wel niet hebben en “hoe slecht” onze overheid wel niet voor ons zorgt..

7. Er zijn tijden en situaties waarin oprechte mensen bidden voor tegenovergestelde dingen die niet tegelijkertijd kunnen gebeuren.

Wat te denken van vijanden die beiden voor een overwinning bidden? Voorzover God al iets met het huidige oorlogsgeweld te maken heeft of wil hebben, kunnen niet beide winnen! Ook in het klein zien we dit in gezinnen of gemeenten; tegengestelde belangen – en beide ‘kampen’ bidden tot God om ‘de overwinning’ of dat de ‘tegenstander tot inzicht komt’.. (in plaats van te vragen of we zélf tot inzicht mogen komen in een conflict!)

8. Soms bidden we niet nederig en oprecht dat God onze gebeden zal beantwoorden. We hebben de verkeerde instelling.

Geloof is niet een soort “magie” die automatisch garandeert dat onze gebeden worden verhoord. God is geen trekpop die op jouw verzoek, door jouw manipulatie, in beweging komt om jouw doelen te verwezenlijken.

Integendeel, geloof is een zeker vertrouwen dat onze liefdevolle hemelse Vader echt zal schenken wat het beste voor ons is als we proberen zijn wil te doen en te leven tot Zijn eer en glorie.

De schrijver van de Hebreeën herinnert ons eraan: “want wie tot God wil naderen, moet geloven dat hij bestaat en dat hij beloont wie hem zoeken.” (Hebreeën 11:6, vgl ook Markus 11:22-24; Markus 6:1-6).

9. Soms geven we te snel op als we bidden.

“Gezegend zijn allen die op hem wachten.” (Jesaja 30:18, vgl ook Daniel 9:3; 1 Kon. 18:41-46; Gen 32:26; Nehemia 1:4-6, Matt 15:21-28; Lukas 18:7).

10. Er zijn tijden waarop we niet bidden volgens de wil van God

Wát we ook maar vragen naar Zijn wil, dát zal verhoord worden (1 Joh 5:14-15; Jes 55:8-9). Het is van belang Zijn wil (éérst) te zoeken, Zijn wil te kennen. (Rom 8:26-27).

Onderwerpen aan God

Er zijn ook momenten waarop we niets anders kunnen doen dan ons onderwerpen aan de soevereine -en soms mysterieuze- wil van God.

Net als Job in het Oude Testament begrijpen we gewoon niet waarom sommige dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Of niet gebeuren. Zoals de Psalmist roept tot God om hulp in omstandigheden die zijn begrip te boven gaan mogen wij dat ook doen en het in Zijn hand leggen.

We weten soms totaal niet, zien geen enkele reden, waarom de Heer ons niet antwoordt. (Psalm 22:1-21; Psalm 44:9-25; Psalm 88:1-18.). Hij zal het ons dan zeker uitleggen of we zullen het begrijpen en zien als we “met Hem vergaderd worden”.

Print Friendly, PDF & Email